Wat is het werkelijke doel van buitenlandse winkelketens in Suriname?

bakkerij winkel supermarkt brood

De recente opmars van buitenlandse winkeliers in Suriname heeft niet alleen onze economie op scherp gezet, maar ook een verontrustende trend in gang gezet: woekerwinsten en onhoudbare prijsstijgingen die de Surinaamse bevolking zwaar belasten.

De detailhandel in Suriname lijkt steeds meer in handen te komen van vreemdelingen wiens primaire doel niet de bijdrage aan de Surinaamse economie is, maar het maximaliseren van winsten die vervolgens via valutaomzettingen in USD of Euro’s naar hun herkomstland verdwijnen.

Dit verschijnsel dat eerder ongekend was, zou ons als samenleving diep moeten verontrusten.

Wat opvalt, is de strategie van deze buitenlandse ondernemers, waarbij winkelketens vaak door 15 of meer Chinese winkeliersverenigingen worden opgezet, met personeel dat veelal bestaat uit overgekomen Chinezen.

De opzet van dergelijke winkels lijkt in niets op een investering in de Surinaamse gemeenschap, maar eerder op een tijdelijke handelsactiviteit.

Het probleem wordt verder versterkt door het feit dat veel van deze winkeliers geen langdurige plannen hebben in Suriname: ze kopen geen huizen en bouwen geen permanent kapitaal op.

Ze blijven hier slechts tijdelijk om te profiteren van de hoge marges die ze kunnen behalen.

Door de dominantie van buitenlandse ondernemingen, die vaak niet geïnteresseerd zijn in een duurzame economische bijdrage aan Suriname, wordt de lokale markt gedwongen om op te draaien voor de prijsstijgingen die door deze woekerwinsten worden veroorzaakt.

De gevolgen van deze prijsverhogingen treffen vooral de arme en middenklasse gezinnen die steeds minder kunnen kopen voor hun geld, terwijl de winsten in de zakken verdwijnen van buitenlandse investeerders die weinig tot geen verantwoordelijkheid voelen voor de toekomst van Suriname.

Er ontstaat een gevaarlijk precedent waarbij de lokale economie niet wordt versterkt door binnenlandse bedrijven, maar juist verzwakt wordt door externe belanghebbenden die enkel de voordelen voor hun eigen land zoeken.

Dit roept de vraag op of Suriname werkelijk profiteert van deze zogenaamde “investeringen,” of dat we in feite worden uitgehold door praktijken die slechts gericht zijn op het genereren van kortetermijnwinsten.

D. Karamat-Ali