Wanneer politici financieel kwetsbaar zijn

fraude-omkoping-corruptie

OPINIE– De uitspraak van ABOP-ondervoorzitter Marinus Cambiel, waarin hij stelt dat politici die geen geld hebben nooit de kans moeten krijgen om minister of president van Suriname te worden, zet aan tot reflectie.

Zijn bewering, dat armoede een teken van zwakte is en dat zonder geld men geen leiderschap kan tonen, legt een pijnlijk aspect van de huidige politieke en economische realiteit bloot. Maar hoe juist is deze stelling?

Het gevaar van geen of weinig geld

Armoede is een reëel en constant risico in de samenleving. Wanneer iemand weinig middelen heeft, kunnen er snel morele en ethische grenzen worden overschreden. Mensen met financiële problemen hebben vaker de neiging om impulsief of zelfs roekeloos gedrag te vertonen, wat hen vatbaarder maakt voor slechte keuzes.

Dit is een realiteit die niet alleen geldt voor de arme bevolking, maar ook voor politici in machtsposities. Zonder voldoende financiële middelen kunnen zelfs de beste bedoelingen worden ondermijnd door corruptie, verleiding en wanbeheer.

Er zijn tal van gevallen waarin politici of overheidsfunctionarissen in de fout zijn gegaan omdat ze worstelden met hun eigen financiën. Om in hun eigen onderhoud te voorzien of om snelle winsten te maken, werden ze ontvankelijk voor steekpenningen of dubieuze deals.

Het gebrek aan financiële stabiliteit kan hen dwingen om kortetermijnbeslissingen te nemen die schadelijk zijn voor de samenleving als geheel.

Macht en geld, een gevaarlijke combinatie

Maar Cambiels bewering dat alleen rijke mensen in staat zouden zijn goed leiderschap te tonen, is niet zonder risico’s. De associatie van macht met geld creëert een gevaarlijk precedent.

Geschiedenis en hedendaagse voorbeelden laten zien dat macht en rijkdom vaak leiden tot machtsmisbruik, omdat er een gevoel van onaantastbaarheid kan ontstaan.

Rijke politici kunnen ook in de fout gaan, gemotiveerd door hun eigen winstbejag en de bescherming van hun vermogen. Armoede kan een bron van zwakte zijn, maar geld kan dat net zo goed zijn als het wordt gebruikt om macht te behouden of om persoonlijke belangen te dienen.

Politieke integriteit staat voorop

Het echte gevaar zit in de afwezigheid van politieke integriteit en transparantie, ongeacht de financiële situatie van de politicus. Wat nodig is in leiderschap zijn kwaliteiten zoals eerlijkheid, ethisch besef en het vermogen om het algemeen belang voorop te stellen.

Cambiel benadrukt dat zonder geld men geen leiderschap kan tonen, maar echte leiders moeten in staat zijn om het collectief belang boven hun eigen welzijn te stellen. Het vermogen om verantwoorde en rechtvaardige beslissingen te nemen, ongeacht persoonlijke financiële belangen, zou de kern moeten vormen van elke leider.

De druk van armoede en macht

In een land als Suriname, waar veel mensen worstelen om rond te komen, moet er ook begrip zijn voor de immense druk die leiders ondergaan als zij zelf niet over de middelen beschikken.

Zonder een zekere mate van financiële onafhankelijkheid kunnen ze immers meer geneigd zijn om persoonlijke en politieke compromissen te sluiten. De verleiding van omkoping, fraude of zelfverrijking loert om de hoek wanneer de financiële nood hoog is.

Cambiels stelling is op een bepaalde manier begrijpelijk: leiders die economisch kwetsbaar zijn, lopen meer risico’s om in verleiding te komen of zwakke beslissingen te nemen.

Maar we moeten oppassen dat we niet suggereren dat rijkdom een voorwaarde is voor leiderschap. Dit zou namelijk een gevaarlijke drempel creëren waarbij het politieke landschap wordt gedomineerd door de rijken, zonder ruimte te laten voor anderen die misschien wel in staat zijn om een positieve bijdrage te leveren, maar niet over financiële middelen beschikken.

Sheila Mijnals
UMA Legal Aid & Marketing