Voorgestelde AOV-hervormingen van minister Raghoebarsing: Een bittere pil voor ouderen?

man oud supermarkt werken boodschappen winkel

OPINIE – Op dit moment krijgen ruim 65.000 mensen in Suriname een AOV-uitkering van SRD 1250 per maand.

In deze groep zitten mensen van wie jarenlang een AOV-premie is ingehouden gedurende hun actieve arbeidsperiode, maar ook een deel dat geen premie heeft betaald.

Minister Stanley Raghoebarsing gaf echter onlangs te kennen een voorstander van te zijn dat mensen die een uitkering willen, zich eerst moeten registreren waarmee volgens hem een heleboel misbruik wordt voorkomen.

Mensen die op het moment van bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een goed inkomen hebben of zoals hij zegt rijk zijn komen dan niet automatisch meer in aanmerking voor AOV.

Dit voorstel om de AOV-uitkering in feite te indexeren aan een arbitrair bepaald inkomensniveau is echter niets minder dan een perfide manoeuvre om de sociale zekerheid van een deel van onze ouderen te ontmantelen dan wel de zorg voor deze ouderen af te schuiven op de familie.

In een land waar de informele sector groot is en veel mensen geen vast inkomen hebben, betekent dit in de praktijk dat vele ouderen kunnen worden achtergelaten zonder de middelen om in hun levensonderhoud te voorzien.

Dit is een schaamteloze poging om de zorgplicht van de staat jegens kwetsbare burgers te delegeren naar een informeel vangnet dat eerder een zeef dan een vangnet is.

Met deze cynische tactiek wordt een keiharde bezuinigingsagenda verhuld in een sluier van pseudo-zorgzaamheid. Vooral de vanwege hun hoge leeftijd van familie afhankelijke seniore burgers, ook al hadden deze eerder een goed inkomen, kunnen in die situatie aan de rand van de samenleving geraken en dreigen dan regelrecht in de afgrond geduwd te worden.

Het is derhalve een onmenselijk voorstel dat getuigt van een totaal gebrek aan empathie en respect voor degenen die ons land hebben opgebouwd.

Een sluw idee om te bezuinigen maar wel erg typerend voor de denkwijze en het moreel ethisch aspect van het bezuinigingsbeleid van onze machthebbers.

Je zou juist verwachten dat de autoriteiten bij het doorvoeren van dit soort maatregelen het voortouw zouden nemen althans het goede voorbeeld zouden geven door bij zichzelf te beginnen.

Het is namelijk niet onbekend dat de bevolking zich jarenlang mateloos ergert aan de zgn. pensioenregelingen van ex -parlementariërs en ministers.

Reeds na slechts enkele luttele jaren te hebben gediend in deze functies maken deze, in feite ten onrechte al aanspraak op uitkeringen welke gekoppeld zijn aan de salarissen van onderdirecteuren en directeuren van departementen, dit terwijl de hun toekomende tegemoetkoming slechts een schadeloosstelling betreft voor onkosten verbonden aan het uitoefenen van hun functie.

Wanneer de functie niet meer wordt uitgeoefend is het algemeen gebruikelijk dat de schadeloosstelling dan vervalt. Echter hebben onze parlementariërs voor zichzelf destijds deze kronkelregeling doorgedrukt.

Het is ook pijnlijk duidelijk dat deze bezuinigingen een directe weerspiegeling zijn van een diepgeworteld probleem van ongelijkheid.

Ministers ontvangen een aanzienlijk salaris en royale emolumenten die volstrekt onvergelijkbaar zijn met de beperkte AOV-uitkeringen waarop velen hun hele leven hebben moeten rekenen.

Na zelfs een korte ambtsperiode ontvangen zij echter een directeurssalaris, een praktijk die nergens anders ter wereld voorkomt en het gezegde “politiek betaald” onderschrijft.

Het huidige beleid lijkt weinig aandacht te besteden aan de rampzalige economische situatie in ons land. Terwijl de prijzen voor nutsvoorzieningen, levensmiddelen en brandstof de pan uitrijzen, worden de ouderen die worstelen met een minimale uitkering met dit soort beleid nog verder op de proef gesteld.

Het is daarom de hoogste tijd dat vooral bij het doorvoeren van bezuinigingsmaatregelen de overheid haar prioriteiten goed overweegt.

Khoesial Yerry
Voorzitter Adviesraad DNL