Visserijbranche heeft overeenkomsten met Guyana nooit gehad, ondanks verzoeken

vissersboot vissen

GFC NIEUWSREDACTIE- De visserijsector in Suriname heeft in augustus 2021 de inhoud van de overeenkomsten die met Guyana zijn gesloten schriftelijk bij de Staat opgevraagd.

De inhoud is nooit aan de brancheorganisaties of aan het publiek kenbaar gemaakt. Hetgeen in strijd is met artikel 103 van de Grondwet van Suriname, zegt de Federatie van Surinaamse Agrariërs (FSA).

De FSA voert aan dat een voorkeursbehandeling en eenzijdige voordelen voor Guyana misplaatste uitgangspunten zijn en verklaart zich solidair met haar leden.

FSA zegt kennisgenomen te hebben van vermeende toezeggingen, welke door de Guyanese regering, tijdens en kort na een werkbezoek van vertegenwoordigers van de regering aan Guyana, in 2021, zijn verspreid. Gesteld is: ‘to find ways to have Guyanese fishermen licensed to fish in the Surinamese water.’

De president van de Republiek Suriname heeft in augustus 2021 zelf aangegeven dat er een schatting is gedaan en er circa 150 illegale vissersvaartuigen actief zouden zijn in Surinaamse maritieme zones.

Hij heeft te kennen gegeven dat waar het Guyanese vissersvaartuigen betreft, de beste manier om met illegaliteit en tussenpersonen af te rekenen zou zijn, het rechtstreeks toekennen van vergunningen. In april 2022 heeft de president de indruk gewekt alsof er in dit kader reeds vergunningen verstrekt worden of zijn.

De Zeevisserijwet staat toe dat vreemde vaartuigen, die bereid zijn zich te doen keuren en te houden aan de voorwaarden, zich voor registratie aanbieden in Suriname. Onder de voorwaarden vallen maximale visdagen, voorgeschreven vangst soorten, voorgeschreven vaartuig- en net omvangen, aanlanding en keuring van vangst in Suriname en zich eveneens aanbieden voor registratie in Suriname. Vaartuigen uit meerdere landen, ook uit de regio, maken van deze mogelijkheid keurig gebruik en werken structureel samen met legitieme Surinaamse ondernemingen.

Dit is echter niet wat de Guyanese regering en de Guyanese visserij voor ogen lijken te hebben. Anders was diplomatieke druk niet het middel geweest om de Surinaamse regering tot afwijkende toezeggingen en handelingen te willen dwingen.

De regering van Guyana beoogt, in strijd met artikel 8 van het Caricom verdrag, een afwijkende behandeling voor haar visserij ondernemers dan voor de andere Caricom lidstaten. Zij verwacht dat de Surinaamse regering hier actief in faciliteert en de eigen wetgeving desnoods terzijde schuift. De regels over quota en duurzaamheid lijken zij als onnodige restrictie te ervaren.

De FSA is van mening dat het tegengaan van illegaliteit zal omvatten: het versterken van controles, handhaving en
samenwerking op geldende wet- en regelgeving. Ook het waarborgen van het gelijkheidsbeginsel op zowel Surinaams als Caribisch niveau. Dit tot doel de visgronden en biomassa, welke met beleid generaties in de Surinaamse visserij en agrarische ondernemers van werkgelegenheid voorziet, duurzaam te beschermen.

Samenwerking gericht op korte termijn inkomsten, gunsten of voordelen, waarvan tot op de dag van vandaag niet duidelijk is, welke deze voor Suriname, de Surinaamse regering of individuen daar binnen, zouden moeten zijn, zal leiden tot een terugval van de Surinaamse visserij naar het niveau van dat van de westelijke buren. En als dat binnen een vergelijkbare natuurlijke ecologie, rooskleurig zou zijn, zouden diezelfde naburen hun toevlucht, logischerwijs niet zoeken naar Surinaamse territoriale wateren.

De agrarische sector heeft in Suriname door duurzame publiek private samenwerking, moeizaam betere economische kansen weten te onderscheiden, welke select, met gepland beleid en door middel van regels zelfs openstaan voor onze Caribische partners.

De FSA meent echter dat een voorkeursbehandeling en eenzijdige voordelen voor Guyana misplaatste uitgangspunten zijn en verklaart zich solidair met haar leden.

Ze roept de Surinaamse actoren, waaronder de publieke sector, op het accent van samenwerking te leggen op naleving van bestaande regels en het tegengaan van illegaliteit door handhaving van die regels en niet door aanpassing of selectieve toepassing daarvan.