Onlangs kondigde ExxonMobil aan dat ze in hun laatste put in de wateren van Suriname olie hadden aangetroffen.
De vondst leidde tot speculatie over de potentie van een drijvend olieproductieplatform voor de kust van Suriname en zelfs de mogelijkheid van een drijvend exportproject voor vloeibaar aardgas, schrijft professor Hubert Rampersad in een bericht aan GFC Nieuws.
Professor Rampersad schrijft verder het volgende.
Maar vorige maand verliet ExxonMobil Suriname. Dit plotselinge vertrek van ExxonMobil is het zoveelste teken dat aardgas grote kopzorgen oplevert voor de internationale oliemaatschappijen die actief zijn in het Surinamegebied.
In maart gaf Staatsolie aan dat het in gesprek was met ExxonMobil en Petronas over een drijvend LNG-project. Het plotselinge vertrek van ExxonMobil gooit roet in het eten voor de onderhandelingen over dit project.
In Guyana werkt ExxonMobil samen met Hess Corp. en China National Offshore Oil Corp., en het trio is op weg om Guyana te transformeren tot een van de grootste olieproducenten in Zuid- en Midden-Amerika, na Brazilië.
Met de hoge olieprijzen willen ze al hun focus en energie in Guyana steken om nu zoveel mogelijk olie te produceren voordat de dingen in de wereld veranderen (energietransitie).
Suriname heeft ze tot nu toe alleen maar geld gekost!
ExxonMobil is niet de enige multinational die Suriname opgeeft. “We hebben besloten om de exploratielicentie voor diepwaterblok 59 in Suriname in te trekken en we zijn niet van plan om verdere exploratiemogelijkheden in het land te zoeken,” vertelde een woordvoerder van het Noorse olie- en gasbedrijf Equinor in augustus.
Maar een handvol andere maatschappijen blijven nog, zoals het Franse TotalEnergies, APA, Shell, Chevron, Hess en Qatar Energy.
En dat terwijl er in een gemiddeld vat Surinaamse olie over het algemeen veel meer aardgas zit dan er tot nu toe in Guyana is ontdekt.
Wood Mackenzie schat dat de fossiele brandstofvoorraden in Suriname voor ongeveer 48 procent uit aardgas bestaan, vergeleken met een geschatte 20 tot 30 procent in Guyana. Aardolie in Guyana is dus veel rendabeler dan aardolie in Suriname!
De olie van Suriname is dus schadelijker voor het milieu dan de olie van Guyana omdat het gas afgefakkeld moet worden.
Door de uitstoot van koolstofdioxide als gevolg van het verbranden van enorme hoeveelheden gas onstaat gevaarlijke luchtvervuiling.
Waarom vertelt Staatsolie dit niet eerlijk en transparant aan de samenleving?
Het lijkt erop dat Suriname toch niet de oliebonanza heeft die werd voorspeld en het bedrijf gaat zich nu richten op de exploitatie in Guyana met nu 1 miljoen vaten per dag.
Dit vertellen Staatsolie en Santokhi, met het oog op de naderende verkiezingen, niet aan de samenleving. Want het gaat roet in het eten gooien van de verkiezingsstunt van $750 USD van president Santokhi.
Zo had hij onlangs aangekondigd dat elke Surinamer een aandeel van US$ 750 in de toekomstige olieroyalty’s zal ontvangen en dat het voortkomt uit het finale investeringsbesluit van Total Energies.
Deze stunt is niet duurzaam, is een nieuwe wo set ing belazerij en een worst die hij Surinamers voorhoudt om de verkiezingen te winnen, want de Surinaamse olie is minder rendabel dan van Guyana, de productie is schadelijker voor het milieu dan van Guyana, andere oliemaatschappijen kunnen besluiten ook te vertrekken naar Guyana en vanwege de wereldwijde energietransitie is aardolie over 20 jaar verouderd en niet meer nodig.
Jennifer Atmo is de hoofdredacteur bij GFC Nieuws. Ze beschrijft zichzelf als een echte Surinamekenner en heeft een passie voor lifestyle en entertainment-onderwerpen. Buiten haar rol in de media is Atmo tevens de voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke zaken.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com