Wist je dat je veel autochtone Nederlanders misschien wel een paar Surinaamse woorden gebruiken zonder het zelf door te hebben?
Woorden als bacove, zwamp of zelfs een ‘okselmouw’ (mouwloos shirt) hebben al lang hun weg gevonden naar het Nederlands.
En het mooie is: ze staan ook écht in het woordenboek.
Bij elke herziening van het Groene Boekje – de officiële spellinggids van het Nederlands – wordt gekeken welke woorden uit het dagelijks taalgebruik een plek verdienen.
Maar dat gaat niet zomaar. Een woord moet vaak gebruikt worden, goed te begrijpen zijn, langere tijd meegaan en niet beperkt blijven tot één groep.
Precies op die manier hebben Surinaamse woorden zich een vaste plek veroverd in de Nederlandse taal.
Sinds Suriname in 2004 lid werd van de Nederlandse Taalunie – de organisatie die het Nederlands bewaakt en bevordert – zijn Surinaams-Nederlandse woorden steeds serieuzer genomen.
Al in 2005 kwamen er zo’n 500 woorden in het Groene Boekje terecht. Van pom tot trens, en van pinaren tot bakra.
En ook woorden zoals houwer (voor kapmes) of uitlandig (in het buitenland vertoevend) zijn inmiddels geen uitzondering meer.
Verder ook porknokker (zelfstandige goudzoeker), amandelessence, handruiker (bruidsboeket) komen in het Groene Boekje voor.
Ze duiken op in boeken, nieuwsberichten, op social media en in tv-programma’s. En hoe vaker ze gebruikt worden, hoe sterker hun plek in het officiële Nederlands.
Taal leeft. En dankzij Suriname groeit het Nederlands een stukje verder.

Jennifer Atmo is de hoofdredacteur bij GFC Nieuws. Ze beschrijft zichzelf als een echte Surinamekenner en heeft een passie voor lifestyle en entertainment-onderwerpen. Buiten haar rol in de media is Atmo tevens de voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke zaken.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.