Surinamers snel gekwetst en prikkelbaar. Wat is de oorzaak?

man oog 1

Als ik Surinamers vergelijk met westerlingen valt me iets op: wij zijn als volk snel op onze teentjes getrapt.

Waar een Nederlander iets van zich af laat glijden en verdergaat met zijn dag, voelt een Surinamer zich beledigd, aangevallen, respectloos behandeld.

En dat niet alleen, het blijft niet bij woorden. Woede slaat hier snel om in agressie.

Ik heb situaties gezien die nergens op slaan. Iemand kijkt iets te lang naar een ander en meteen hoort hij: “Heb ik iets van je aan?”

Alsof een blik al een aanval is. Ik ken verhalen van mensen die klappen kregen omdat ze ‘teveel praatten’.

Kleine misverstanden ontaarden hier in ruzies die soms met wapens worden uitgevochten. Hoe kan dat?

Ik denk dat wij als volk – natuurlijk niet iedereen – te maken hebben met een diepgeworteld minderwaardigheidscomplex.

Het zit in ons systeem. We zijn trots, maar die trots is breekbaar. We voelen ons snel vernederd, niet serieus genomen.

Misschien komt het door onze geschiedenis, misschien door opvoeding of hoe de samenleving in elkaar zit. Maar één ding is duidelijk: zelfreflectie is hier schaars.

In Nederland, hoe hard het ook klinkt, worden mensen al jong uitgedaagd om kritisch naar zichzelf te kijken.

Een docent op school zal je corrigeren. Een werkgever zal je zeggen waar je tekortschiet. Niemand gaat je hand vasthouden en met fluwelen handschoenen behandelen.

Dat is wennen voor veel Surinamers die naar Nederland verhuizen. Hier, in Suriname, ligt dat anders. Kritiek wordt vaak gezien als een persoonlijke aanval, niet als een kans om te groeien.

Het gevolg is een samenleving waarin mensen snel boos worden, waarin kleine irritaties uitgroeien tot explosieve confrontaties.

Waar je op je woorden moet letten, want voor je het weet heb je iemand ‘gedist’. En het ergste is: velen zien het probleem niet eens.

Foto ter illustratie.