Suriname, zeer rijk aan natuurlijke hulpbronnen, maar de bevolking blijft arm

Goud

In Suriname, een land dat bol staat van natuurlijke hulpbronnen zoals goud en olievoorraden, zou je verwachten dat de welvaart overvloedig is.

Echter, de harde realiteit is dat deze rijkdom grotendeels onaangeroerd blijft voor de gewone man en vrouw.

Surinamers horen vaak hoe rijk hun land is aan bodemschatten; bij elke grote vondst feliciteren beleidsmakers het volk alsof er een nationale prestatie is geleverd. Maar wat heeft het volk daadwerkelijk aan deze schatten in de grond?

De afgelopen 50 jaar heeft de overdaad aan natuurlijke hulpbronnen niet geleid tot substantiële verbeteringen in de levensstandaard van de Surinaamse burger.

Er is geen significant bewijs dat de opbrengsten van deze grondstoffen hebben bijgedragen aan verbeterde infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs, of zelfs de bestrijding van criminaliteit.

Integendeel, veel van deze ‘rijkdom’ is opgegaan in de diepe zakken van corrupte politici en de kluizen van buitenlandse ondernemingen.

Terwijl deze scenario’s zich ontvouwen, wordt het volk voortdurend in de waan gelaten van een naderende welvaart.

Politici, handig gebruikmakend van de onderontwikkeling van grote delen van de samenleving, spelen een gevaarlijk spel van verwachtingen. Zij schilderen een toekomst die glanst van potentieel, maar die in werkelijkheid slechts een façade is.

De ironie van deze situatie is pijnlijk. Suriname, zeer rijk aan natuurlijke hulpbronnen, maar de bevolking blijft arm.

Men moet zich afvragen voor wie deze rijkdom werkelijk is. Als er na vijftig jaar van beloften nog steeds geen zichtbare vooruitgang is geboekt, dan is het tijd om deze verheerlijking van de natuurlijke rijkdom kritisch te herzien.

Surinamers verdienen meer dan loze beloften en de zoveelste “dode mus”. Het is hoog tijd dat de echte rijkdom van het land – zijn mensen – de vruchten gaan plukken van hun natuurlijke schatten.