Suriname streeft naar duurzame bosexploitatie conform model Gabon

thumbnail

GFC NIEUWSREDACTIE- Suriname en Gabon bespreken duurzame bosexploitatie; het verlagen van de export van rondhout en verhogen van de productie en export van eindproducten.

Op initiatief van de ministers van Economische zaken, Ondernemerschap, en Technologische innovatie (Min EZ) en an Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) werd samen met stakeholders in de bosbouwsector de afgelopen week een onlinemeeting gehouden met mnister Lee White, minister van Water, Bossen, Zee en Milieu van de republiek Gabon in West-Afrika.

Daarbij is van gedachte gewisseld over de succesvolle bosbouwmodellen van Gabon. Ten einde ook in Suriname een niveau te bereiken waarbij meer economisch voordeel voor ons land gehaald wordt door duurzaam bosexploitatie.

Succestraject rondhoutbeleid van Gabon

De republiek Gabon met de hoofdstad Libreville’, heeft net als Suriname een beperkte bevolkingsdichtheid en overvloedige natuurlijke hulpbronnen. De olie-industrie is de belangrijkste economische activiteit van het land. Door de toenmalige dalende olieprijs heeft de overheid een beleid ingezet van economische diversificatie.

Dit land heeft bij het beheer en exploitatie van haar natuurlijke rijkdommen zodanige modellen ingezet, dat het land nu tot de meer welvarende landen in Afrika behoort. En dat o.a. dankzij haar doortastend bosbouwbeleid.

Minister White heeft langer dan 20 jaar ervaring in wildlife conservation programma’s en beheer van de nationale parken, vóór hij minister werd.

BEKIJK OOK MEER GFC NIEUWS: Newmont overhandigt vacuümbiopsie-apparaat aan AZP

In de meeting gaf hij onder meer aan, dat de Gabonese overheid in 2001 een ‘Duurzame Bosbouwwet’ aannam. Er was eerst een beleid van langzaam uitfaseren, maar dat had onvoldoende navolging en impact. Zowel vanuit de exporteurs als van de importerende landen kwam er verzet.

Frankrijk gaf aan, dat ze van 12000 naar 6000 banen in de sector kelderden. In 2009 besloot Gabon de export van rondhout compleet te verbieden.

Het bleek overall dat 92% van de verdiensten uit rondhout weggeloosd werd en niet ten goede kwam van het land van herkomst (Gabon). Het meeste rondhout werd geëxporteerd naar Aziatische landen.

Met de maatregelen beoogt het land een 85% transformatie in de bosbouwsector. Er kwam na het verbod aanvankelijk een daling in de houtexportcijfers maar na drie jaar kwam er een kentering en steeg het aantal banen dat voortkwam uit de verwerking van rondhout voor export van 4000 naar 8000 in de sector. Het directe voordeel was een 3.5% waarde overname in de sector.

Met dit model waarbij rondhout verwerkt wordt tot halffabricaten of eindproducten, is het streven om binnen 10 jaar 28000 banen te creëren en binnen 15 jaar 50000 arbeidsplaatsen in de houtsector en aanverwante diensten. Met de maatregelen zal de 200 miljoen-US- industrie gaan naar een 1 miljard industrie binnen 10 jaar.

Andere spin-offs zijn dat van het restmateriaal een waardevolle houtskoolindustrie kan worden opgezet waar wereldwijd een enorme vraag naar is.

Congo, een midden Afrikaans land, zal in navolging van Gabon in 2022 het algeheel verbod op export rondhout instellen.

Net als in Suriname zal Gabon ook het (Reduced Impact Logging Proces-RIL) -RIL-methode toepassen waarbij via duurzame (verantwoordelijke) methoden hout geoogst wordt (gemonitord door SBB).

Er is in Suriname een Forest Working Group geïnstalleerd en deze ervaringen uit Gabon en andere landen zullen ons helpen sneller tot besluiten te komen die enorme economische voordelen voor Suriname opleveren.

Een van de maatregelen kan zijn -na een overgangsperiode- ook uiterlijk 2023 de export van rondhout volledig te verbannen. Daarbij is een nauwe samenwerking van verschillende ministeries waaronder ROM, GBB, NH en EZ gewenst.

Situatie bosbouw Suriname

Conservation International Suriname, die ook deelnam aan de virtuele meeting, heeft benadrukt dat de decennialange inspanningen van betrokken actoren op het gebied van een duurzaam beheer van onze bossen, m.n. de Surinaamse overheid, de Inheemse en Tribale gemeenschappen, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld, ertoe hebben geleid dat Suriname de status van een land met een ‘hoge bosbedekking en een lage ontbossingsgraad’ heeft weten te behouden (HFLD-land).

De meest recente ontbossingskaart van 2018 – 2019, gepubliceerd door de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), toont aan, dat Suriname een laag percentage heeft aan zowel ontbossing (jaarlijks ontbossingspercentage van 0,02-0,07%) als bosdegradatie.

Echter neemt de druk op onze bossen gestaag toe ten gevolge van verhoogde economische activiteiten, m.n. in de goudmijnbouw en de aanleg van infrastructuur.

Mijnbouw, voornamelijk de kleinschalige goudmijnbouw, is thans verantwoordelijk voor 69% van de jaarlijkse ontbossing (draft FREL, 2021).

Ook de productieverhoging in de houtsector van ruim 1 miljoen m3 in 2017 naar het huidig niveau van meer dan 1,3 miljoen m3 in 2019 betekent een toename in de bosdegradatie ten gevolge van de houtproductie.

Derhalve is het bevorderen van duurzame bosbouwtechnieken een noodzaak om, bij een stijgende houtproductie, de bosdegradatie te verminderen en de koolstofemissies te reduceren. Maar meer nog, in dit verband, ons grondstoffen-(export-)beleid onder de loep te nemen.

Met het oog op diversificatie van onze economie en het versterken van ‘s lands inkomsten is een degelijk grondstoffenbeleid een noodzakelijke beleidsmaatregel.

Het is een feit dat de wereldeconomie op grondstoffen draait. Landen zijn van elkaars grondstoffen afhankelijk maar niet altijd ten wederzijds voordeel. Suriname zou, net als elk ander land dat grondstoffen heeft, het maximale uit de inkomsten moeten halen.

Dat kan onder meer door diverse succesmodellen te bestuderen en kennis op te doen in het vervaardigen van eindproducten, die vervolgens kunnen worden geëxporteerd. Dit leidt tot meer werkgelegenheid en meer deviezenopbrengsten voor de staat. Suriname kan dit doen met bauxiet, goud en hout.

Hout is als grondstof veel gevraagd en veel bedrijven in Suriname exporteren deze. Echter zien we met bloedend hart toe dat er rondhout wordt geëxporteerd, zonder nog investeringen te doen in houtverwerkingsinstallaties (denk aan de glorietijd van Bruynzeel en de vele bloeiende houtzagerijen).

Er zijn in Suriname enkele bruikbare plannen om rondhout hier te schillen en te verwerken en op te zetten triplexfabrieken verspreid in de bosgordel. Maar niet alle (rondhout-) exporteurs zien daar belang in.

Er wordt maandelijks 50000 kub rondhout geëxporteerd en een onbekend deel wordt weggesmokkeld merendeel naar Aziatische landen waar de wetgeving minder stringent is.

Het is een economisch gegeven dat de verwerking van grondstoffen tot halffabricaat en eindfabricaat een enorme oppepper is voor de werkgelegenheid in elke sector. Datzelfde geldt ook voor de lokale verwerking van rondhout.