Suriname ’s oliecrisis: De onvervulde beloften van de VHP

offshore industrie olie gas oil

OPINIE – In de aanloop naar de verkiezingen van 25 mei 2020 bracht de Vooruitstrevende en Hervormingspartij (VHP) van huidige president Chan Santokhi luidkeels haar verzet tegen de verkoop van blok 58 voor de kust van Suriname naar voren.

Ze beloofde het volk dat dit strategische gebied in Surinaamse handen zou blijven. Nu, in een tijd van economische crisis, staan we voor een pijnlijke realiteit: de VHP heeft haar beloften niet waargemaakt.

De regering bevindt zich in een uiterst moeilijke situatie. De Surinaamse economie staat op instorten en heeft dringend behoefte aan de opbrengsten uit oliewinning om het tij te keren.

Echter, oliereuzen TotalEnergies en Apache, met schattingen van 10 tot 15 miljard vaten olie in blok 58, aarzelen om concrete investeringsplannen bekend te maken. Dit legt een ondraaglijke last op de schouders van de Surinaamse bevolking.

De vraag rijst: waar is de VHP nu? Terwijl ze voor de verkiezingen krachtig stelling nam tegen de verkoop van blok 58, lijken ze nu stil te staan. De regering moet zich niet laten gijzelen door oliereuzen, maar streven naar transparantie en eerlijke machtsverhoudingen.

De komst van CEO Patrick Pouyanné van TotalEnergies naar Suriname roept vragen op over de beweegredenen van oliereuzen om naar het kleinste Zuid-Amerikaanse land te komen. De Surinaamse regering moet nu krachtig optreden om ervoor te zorgen dat Suriname niet langer het speelveld is van deze oliemagnaten.

Het is tijd voor de VHP en de regering om verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te zorgen dat de beloften aan het volk worden nagekomen.

Suriname kan zich geen verdere vertraging in olie-investeringen veroorloven, en het is aan de politieke leiders om te zorgen voor een eerlijke deal voor het land en zijn bevolking.

Ben M.D.

DISCLAIMER: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC het eens is met de inhoud