Suriname onderzoekt invoering koolstofbelasting als onderdeel van groene transitie

dasai

In samenwerking met de Europese Unie is Suriname op 4 april gestart met een strategische workshop die zich richt op de haalbaarheid van koolstofbelastingen en koolstofkredietmechanismen.

Deze bijeenkomst vormt een belangrijke mijlpaal binnen de nationale Groene Ontwikkelingsstrategie 2025–2050 (GDS), en markeert een volgende stap in het streven naar een veerkrachtige en duurzame economie.

Tijdens de opening onderstreepte minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu het belang van deze ontwikkeling:

“Suriname bevindt zich op een beslissend kruispunt. Terwijl de ontginning van olie- en gasbronnen nieuwe economische perspectieven opent, vereist dit ook een doordachte benadering van milieubeheer en duurzame groei.”

De workshop richt zich op de inzet van marktgebaseerde instrumenten zoals emissiehandelssystemen en koolstofbelastingen.

Suriname heeft reeds vorderingen gemaakt met de opzet van een koolstofkredietensysteem, gebaseerd op Artikel 6 van het Klimaatakkoord van Parijs, wat resulteerde in de productie van verhandelbare internationale emissiereductie-eenheden (ITMO’s).

Toch erkent de overheid dat koolstofkredieten slechts één zijde van de medaille vormen.

De mogelijke introductie van een koolstofbelasting biedt additionele voordelen: niet alleen draagt het bij aan emissiereductie, maar het creëert ook prikkels voor innovatie en vergroening, terwijl het tegelijkertijd structurele inkomsten genereert voor investeringen in klimaatadaptatie, hernieuwbare energie, en andere groene sectoren.

Inhoudelijk werden tijdens de workshop diverse modellen besproken, waaronder combinaties van binnenlandse koolstofmarkten met fiscale prikkels. De voorlopige conclusie luidt dat:

Een koolstofbelasting, gekoppeld aan marktmechanismen, aanzienlijke potentie heeft voor zowel milieudoelen als economische versterking;

De overheidsinteresse groot is, maar verdere institutionele versterking noodzakelijk blijft;

Implementatie technisch mogelijk is binnen een termijn van 1 tot 3 jaar, mits aan bestuurlijke voorwaarden wordt voldaan.

De workshop vormt de eerste fase van een omvangrijker traject dat Suriname moet positioneren voor effectieve toegang tot klimaatfinanciering.

In de komende maanden wordt gewerkt aan een diepgaande haalbaarheids- en impactanalyse. De resultaten zullen worden voorgelegd aan beleidsmakers en relevante stakeholders ter onderbouwing van toekomstige beslissingen.

Minister Dasai benadrukte bij de afsluiting het collectieve belang van deze transitie:

“Met deze inspanningen leggen we samen de basis voor een eerlijke, weerbare en klimaatbestendige economie die ook voor toekomstige generaties perspectief biedt.”