Suriname moet nog veel leren over het delen van informatie over mijnen en olie

Garimpeiros goudwinning binnenland o 0 1024x580 1

In Suriname is gekeken hoe goed het land zich houdt aan de regels van EITI, wat staat voor ‘Extractive Industries Transparency Initiative’.

Dit is een belangrijke internationale afspraak die ervoor zorgt dat landen open zijn over hoe ze natuurlijke hulpbronnen zoals mineralen en olie gebruiken. Helaas heeft Suriname een niet zo hoge score gekregen, namelijk 58,5 van de 100 punten.

De regering van Suriname werkt hard om beter te doen. Ze praten bijvoorbeeld over nieuwe regels voor mijnbouw, wat gaat over hoe en waar mensen naar mineralen zoals goud en bauxiet mogen graven.

Maar ze moeten nog meer doen om iedereen te betrekken die het aangaat, zoals mensen die in de mijnbouw werken en de gemeenschappen die in de buurt wonen.

Ze moeten ook meer vertellen over wie de eigenaren zijn van de mijnbouwbedrijven en hoeveel geld ze betalen aan de regering.

Helen Clark, de leider van de EITI, zegt dat het goed is dat Suriname zich weer inzet, maar dat ze nog meer kunnen doen om alles duidelijker te maken.

Bijvoorbeeld door meer te vertellen over wie vergunningen krijgt om naar mineralen te zoeken en hoeveel geld Staatsolie, het oliebedrijf van de staat, uitgeeft namens de regering.

De mijnbouw is heel belangrijk voor Suriname omdat het veel geld oplevert voor het land. In 2020 kwam 25% van het geld dat de regering verdiende uit de mijnbouw.

Omdat de wereld meer en meer schone energie wil gebruiken, worden mineralen zoals bauxiet steeds belangrijker. Ook de olie- en gasindustrie in Suriname groeit, wat betekent dat er meer internationale bedrijven komen investeren.

Suriname werkt ook aan betere milieuregels, bijvoorbeeld door een nieuwe wet die helpt de natuur beter te beschermen.