Suriname moet leren van verleden bij bauxietmijnbouw in Bakhuis

bauxiet

De Surinaamse regering heeft een conceptovereenkomst gepresenteerd met de Aluminum Corporation of China Limited (Chinalco) voor de mijnbouw van bauxiet in het Bakhuisgebied, West-Suriname.

Dit heeft echter de nodige bezorgdheid gewekt onder verschillende politieke en maatschappelijke groepen die vrezen voor de lange-termijngevolgen van deze overeenkomst.

De centrale vraag die rijst, is of Suriname daadwerkelijk maximaal rendement kan realiseren uit deze natuurlijke hulpbronnen of dat we simpelweg de fouten van het verleden herhalen.

Het is begrijpelijk dat de regering op zoek is naar buitenlandse investeringen om de economische groei te stimuleren, maar de voorwaarden van deze deal mogen niet onduidelijk blijven. Het is essentieel dat de overeenkomst volledig transparant wordt gepresenteerd en besproken in het parlement.

De afgelopen 49 jaar van mijnbouw in Suriname hebben ons geleerd dat, zonder de juiste controle en waarborgen, de winsten vaak niet ten goede komen aan de nationale economie of de lokale bevolking.

Suriname heeft in het verleden talloze malen met buitenlandse bedrijven gecontracteerd, met weinig oog voor de langetermijngevolgen van de samenwerking.

Vaak werden we geconfronteerd met het feit dat de nationale opbrengsten in geen verhouding stonden tot de omvang van de hulpbronnen die werden geëxploiteerd.

Dit soort ‘uitverkoop’ heeft geleid tot een verlies van vertrouwen in het vermogen van de overheid om de natuurlijke hulpbronnen van het land te beschermen en eerlijk te verdelen.

Het is nu van cruciaal belang dat we leren van deze fouten en de voorwaarden van de Chinalco-overeenkomst in de breedste zin van het woord heroverwegen.

De focus moet liggen op het maximaliseren van het rendement voor Suriname, niet alleen in de vorm van financiële middelen, maar ook door het ontwikkelen van duurzame praktijken die de ecologische impact van de mijnbouw minimaliseren en tegelijkertijd de lokale gemeenschappen ten goede komen.

De komende jaren kunnen bepalend zijn voor Suriname’s toekomst, en de manier waarop we omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen zal daarbij een sleutelrol spelen.

Het is de verantwoordelijkheid van onze politici en beleidsmakers om ervoor te zorgen dat deze nieuwe mijnbouwdeal daadwerkelijk bijdraagt aan de welvaart van de bevolking en niet aan de verrijking van enkelen.

Het parlement moet de uiteindelijke beslissingsmacht krijgen om deze overeenkomst zorgvuldig te beoordelen, en alleen dan kan Suriname er zeker van zijn dat het op een verantwoorde en duurzame manier profiteert van zijn bauxietvoorraden.

J. Mangru