Surinaamse migranten in Nederland ervaren moeilijke start op arbeidsmarkt

kantoor werk sollicitatie vrouw gesprek

Uit cijfers van de Nederlandse overheid blijkt dat statushouders, waaronder ook Surinaamse migranten, moeite hebben om volledig deel te nemen aan de arbeidsmarkt.

Dit komt door verschillende factoren, zoals taalbarrières, problemen met diplomawaardering en traumatische ervaringen.

Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de arbeidsparticipatie van statushouders (asielzoekers) in Nederland de afgelopen jaren langzaam toegenomen, maar blijft deze aanzienlijk achter bij de rest van de bevolking.

Zo is van de werkende statushouders die na 2014 een verblijfsvergunning hebben gekregen, 73% werkzaam in deeltijd en heeft 84% een tijdelijk contract.

Surinamers en de Nederlandse arbeidsmarkt
Voor mensen met een Surinaamse achtergrond zijn de arbeidsuitkomsten iets positiever. In 2021 had 60,6% van de Surinamers in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 64 jaar inkomsten uit arbeid.

Dit percentage is hoger dan dat van andere groepen zoals de Syrische en Eritrese statushouders, die slechts een arbeidsparticipatie van respectievelijk 21,3% en 27,4% hadden.

Uitdagingen en mogelijkheden
Hoewel Surinamers het relatief goed doen in vergelijking met andere migranten, blijven er obstakels. Veel Surinaamse migranten hebben te maken met kortlopende arbeidscontracten en frequente wisselingen van baan, wat hun economische stabiliteit onder druk zet.

Verschillen tussen migrantengroepen
De arbeidsparticipatiecijfers variëren sterk per herkomstland. Bijvoorbeeld, migranten uit Afghanistan en Iran hadden in 2020 een arbeidsparticipatie van 45,2% en 47,7%, terwijl die voor Surinaamse migranten met 60,6% aanzienlijk hoger lag.

Voor Antillianen ligt het percentage overigens op 55,5%.

Deze verschillen kunnen deels worden verklaard door leeftijd, opleidingsniveau en andere achtergrondkenmerken.

Foto ter illustratie.