Het valt op dat minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning de stijging van de koers vooral wijt aan speculatieve praktijken, wat in principe een valide reden kan zijn voor schommelingen op de valutamarkt.
Raghoebarsing beweert dat er “macro-economisch gezien geen reden is voor de stijging van de koers.” Hij stelt dat de SRD geen fundamentele problemen vertoont, maar dat er wel sprake is van een “kunstmatige schaarste” van vreemde valuta door speculatie en prijsopdrijving door actoren op de markt, zoals banken en cambio’s.
Het ministerie van Financiën heeft aangekondigd maatregelen te nemen om de koers te beheersen en het vertrouwen te herstellen, maar deze reacties werpen vragen op over het daadwerkelijke vermogen van de regering om de Surinaamse economie te stabiliseren.
Het feit dat de koers momenteel boven de door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) vastgestelde waarde ligt, kan inderdaad wijzen op een verstoring door marktspelers die profiteren van onzekerheid.
Maar deze verklaring klinkt tamelijk simplistisch wanneer je bedenkt dat de politieke en economische situatie in Suriname – met een hoge inflatie, een overheidsschuld die steeds verder oploopt en de afhankelijkheid van buitenlandse valuta – veel complexer is dan wat minister Raghoebarsing doet vermoeden.
De vraag die rijst is waarom deze zogenaamde “kunstmatige schaarste” niet eerder is opgemerkt en aangepakt. Als er al maandenlange signalen zijn van een instabiele wisselkoers, waarom is het ministerie dan pas nu gekomen met een reactie?
Er lijkt een achterblijvende houding te bestaan in het reageren op marktomstandigheden die een diepere oorzaak hebben dan louter speculatie.
De Surinaamse economie heeft zich al jaren in een neerwaartse spiraal bevonden, vooral door de politieke onzekerheid en het gebrek aan consistente economische beleid.
De huidige situatie is dan ook een directe afspiegeling van een veel diepere structurele crisis dan wat minister Raghoebarsing impliceert.
Bovendien is het voor veel Surinamers moeilijk te geloven dat er werkelijk geen fundamentele oorzaak is voor de valutastijging.
De zware afhankelijkheid van geïmporteerde goederen, de voortdurende gelddruk op de lokale economie door een gebrek aan buitenlandse investeringen en de oplopende staatsschuld hebben allemaal invloed op de waarde van de SRD.
De uitspraak van de minister dat er “niets mis is met de SRD” komt daarom over als een ontkenning van de realiteit.
De SRD heeft in de afgelopen jaren sterk aan waarde verloren, en de inwoners van Suriname voelen de gevolgen van deze afwaardering dagelijks.
De prijzen van basisgoederen stijgen, en de koopkracht van de gemiddelde burger is drastisch afgenomen.
Het klinkt als een politieke manier om de situatie goed te praten, terwijl de harde werkelijkheid is dat de SRD steeds minder koopkracht heeft.
Het lijkt wel alsof de overheid in haar reactie probeert de markt de schuld te geven, terwijl ze tegelijkertijd weigert de eigen verantwoordelijkheid en het gebrek aan betrouwbaar economisch beleid onder ogen te zien.
Het aangekondigde pakket van koersbeheersingsmaatregelen, dat opnieuw de focus legt op speculanten, roept daarnaast vragen op over de effectiviteit van dergelijke ingrepen.
De koersbeheersing wordt eerder gezien als een tijdelijke pleister op een wond die niet genezen is.
Het gaat niet alleen om het stabiliseren van de koers, maar om het aanpakken van de bredere economische onzekerheden die het vertrouwen in de SRD ondermijnen.
Zonder fundamentele hervormingen in de economie en een herstructurering van de publieke financiën, zal de fluctuatie van de koers slechts een symptoom blijven van een dieperliggende malaise.
D. Karamat-Ali
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud