INGEZONDEN – De situatie rondom het Moni Karta-schandaal in Suriname is momenteel zeer onoverzichtelijk.
Er is op dit moment een onderzoek gaande door de Lands Accountantsdienst naar mogelijke fraude en misstanden bij de aanmeldingen voor het koopkrachtversterkingsprogramma van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.
Het is van cruciaal belang dat er een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart om de volledige omvang van de fraude vast te stellen en om verantwoordelijken ter verantwoording te roepen.
Opmerkelijk is dat vicepresident Ronnie Brunswijk woensdag voor aanvang van de Raad van Ministers geen enkele vraag wilde beantwoorden over de kwestie van de Moni Karta, dat wordt beheerd door een prominente figuur van zijn politieke partij ABOP.
Toen hij door de pers werd geconfronteerd, beweerde de vicepresident niets te weten over het schandaal en zei hij: “Stellen jullie andere vragen. Ik weet niets over Moni Karta.”
Deze reactie roept vragen op over de betrokkenheid en de verantwoordelijkheid van de regering bij het aanpakken van deze ernstige misstanden.
Het ontbreken van transparantie en de weigering om vragen te beantwoorden, ondermijnen het vertrouwen van de bevolking in de integriteit van het programma en in de regering als geheel.
Het is essentieel dat er snel en grondig wordt opgetreden om de situatie te verduidelijken en om het vertrouwen van het publiek te herstellen.
M.S.
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud