Rijstboer Sahadew roept op tot overheidsingrijpen om rijstsector in stand te houden

Rijstveld

Rijstboer Sandjai Sahadew uit Nickerie vertelt in een gesprek met GFC Nieuws dat rijstboeren kampen met hoge kosten als gevolg van de droogte in de afgelopen periode en de Wakay-pompen, die onvoldoende water hebben geleverd. Hierdoor zijn de productiekosten hoger dan de vorige keer.

Lage prijzen en volle opslagcapaciteit

De prijs was het vorige seizoen al gedaald naar SRD 550, terwijl die eerder SRD 850 was, daarna SRD 700, SRD 650. Nu, in het vijfde seizoen, wordt slechts SRD 450 per baal aangeboden,” legt Sahadew uit.

Naast de lage prijs is het ook moeilijk om padie af te zetten bij de pelmolenaars, omdat hun opslagcapaciteit vol is.

“Ze beweren dat er geen exportmarkt is. Maar als we om ons heen kijken, zien we voedselschaarste in de wereld. Wat hen belemmert om hun producten naar het buitenland af te zetten, blijft een raadsel.”

Volgens hem zitten de pelmolenaars nog met padie die ze het vorige seizoen hebben opgekocht. “Dat is de reden dat de prijs nu lager is en ze soms niet eens willen opkopen,” voegt hij eraan toe.

Situatie blijft onveranderd

Verschillende coöperaties in Nickerie hebben brieven gestuurd naar de minister en de president om aandacht te vragen voor het probleem. De president bezocht vorige week Nickerie en sprak met enkele boerencoöperaties.

“Er werd gezegd dat er markten gezocht zouden worden en dat de prijs boven de SRD 650 zou blijven. We zijn nu een week verder en horen niets. De situatie is onveranderd. De kosten nemen toe, maar de prijs voor onze padie blijft dalen,” aldus Sahadew.

Om te overleven – zonder zelfs maar winst te maken – hebben de rijstproducenten berekend dat ze minimaal SRD 750 per baal nodig hebben.

“We verkopen een baal van 79 kg, en op basis daarvan worden we uitbetaald. In Guyana zou een baal padie iets boven de SRD 830 kosten, terwijl wij in Suriname slechts SRD 400-450 krijgen.”

“Guyana plant 200.000 hectaren, terwijl wij niet eens 20.000 hectaren halen. Toch krijgen zij een betere prijs, ondanks de bewering dat de wereldmarktprijs is gedaald.”

Volgens de rijstproducent wordt er maandelijks ongeveer 4.000 ton rijst naar andere districten gestuurd.

“Omgerekend komt dit neer op 10.000 hectaren per seizoen. Dat betekent dat je 10.000 hectaren nodig hebt om Suriname van rijst te voorzien; de rest wordt geëxporteerd. Sommige pelmolenaars kopen padie voor de export, anderen voor de lokale markt.”

Toch merkt hij op dat de prijzen op de lokale markt niet dalen, maar al geruime tijd stabiel zijn of zelfs stijgen.

Overheid moet ingrijpen

Sahadew vindt dat de overheid moet ingrijpen. “Als pelmolenaars hun producten niet kunnen exporteren, moet de overheid markten voor hen zoeken en ervoor zorgen dat de sector blijft draaien. Nickerie draait om de rijstsector. Als die dood bloedt, weten we niet wat er met het district zal gebeuren.”

Hij bekritiseert het feit dat de regering pas tijdens de piek van de oogstperiode naar markten in Cuba zoekt.

“Zodra je padie oogst, moet je binnen 24 uur het vocht eruit halen, drogen en pas daarna opslaan. De regering had eerder markten moeten zoeken om ons te beschermen.”

Daarnaast wordt er volgens hem gesproken over de import van rijst. “We willen zien door middel van welke constructie geïmporteerde rijst van betere kwaliteit én goedkoper zal zijn. Geïmporteerde rijst kan hier nooit minder dan SRD 100 per kg kosten.”

“Surinamers eten rijst. Als er twee weken lang geen rijst naar andere districten wordt vervoerd, betekent dat een voedseltekort. En je kunt het niet zomaar snel importeren.”

“De overheid moet serieus ingrijpen en de landbouwers daadwerkelijk ondersteunen door hun problemen voor eens en voor altijd op te lossen,” besluit de rijstboer.

Foto ter illustratie