GFC NIEUWSREDACTIE- Ubuntu Connected Front (UCF) Caribbean vraagt aandacht voor ‘reparations’ bij de conversaties over het slavernijverleden tijdens het bezoek van minister en staatssecretaris Koninkrijksrelaties aan St. Maarten, St. Eustatius, Curaçao en Suriname.
UCF Caribbean wil dat zij ook luisteren naar de stem van de ‘gewone’ man/vrouw in de straat en niet alleen praat met een geprogrammeerde selectie van gesprekspartners.
UCF Caribbean-voorzitter Kenneth Cuvalay: “Er wordt te veel in geromantiseerde termen gesproken over ons slavernijverleden. Er is veel meer onderzoek nodig naar de gepleegde misdaden van de trans-Atlantische slavenhandel en het kolonialisme en meer aandacht voor historisch rechtsherstel.”
Slavernij is door de Verenigde Naties en het Europees Parlement erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. Tot 2024 loopt het VN-programma “International Decade for People of African Descent”. Net als de ‘Black Agenda’ van UCF wordt hierbij uitgegaan van drie pijlers: erkenning, gerechtigheid en ontwikkeling.
Cuvalay: “We kunnen niet over ‘healing’ gaan praten als er nog zoveel misdaden uit het verleden niet zijn onderzocht en opgetekend. De doorwerking hiervan in het heden is even belangrijk. We kunnen niet aan een gelijkwaardige toekomst werken als er niet over herstel of ‘reparations’ wordt gepraat.
Vrij op papier, maar niet in de praktijk
De afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 betekende weliswaar wettelijke vrijheid, maar zoals Martin Luther King het in een interview formuleerde: “It was freedom to hunger. It was freedom to the winds and rains of heaven. It was freedom without food to eat or land to cultivate.”
Slavernij heeft niet vijf jaar, maar bijna 300 jaar geduurd en de misdaden zijn groter dan het gedwongen werken op de plantages. In Suriname werden de Afrikanen gedwongen nog tien jaar op de plantages te werken.
Op St. Eustatius weigerden veel plantagehouders de dan vrije Afrikanen toestemming om een huis te bouwen zodat velen zich gedwongen zagen te emigreren naar St. Croix.”
Doorwerking slavernij tot de dag van vandaag
De kleur zwart werd een stigma. Het geweld en racisme stopte niet op 1 juli 1863 en tot de dag van vandaag leeft een groot deel van de Afrikaanse diasporagemeenschap in overlevingsstand en wordt ze niet gelijkwaardig behandeld.
Uit onderzoek van Follow The Money blijkt dat de Nederlandse regering de inwoners van Caribisch Nederland al twaalf jaar arm houdt. Onderzoek van het Centraal Bureau Statistiek wees uit dat Caribische en Surinaamse Nederlanders het hardst zijn geraakt in de toeslagenaffaire.
Op St. Eustatius, een eiland met nog geen 4000 inwoners, lukt het de regering al ruim vier jaar niet om de burgers hun democratische rechten terug te geven. Cuvalay: “Ik zie dat als koloniaal bewind in het kwadraat”.
‘Reparations’ is meer dan geld
Als de term ‘reparations’ valt, worden bestuurders vaak onrustig omdat meteen de associatie met financiële compensatie wordt gelegd. Maar het gaat om veel meer dan geld. The ‘Black Agenda’ van UCF geeft het raamwerk hiervoor.
Allereerst moet de Nederlandse regering slavernij erkennen als een misdaad tegen de menselijkheid en staatsexcuses aanbieden. Maar het gaat ook zichtbaarheid en representatie van mensen van Afrikaanse afkomst en hun erfgoed.
Voor St. Eustatius heeft de St. Eustatius Afrikan Burial Ground Alliance daarom een aanvraag gedaan bij de Unesco’s Routes of Enslaved Peoples voor het behoud van onze historische begraafplaatsen Golden Rock en Godet.
In een vorige week uitgebracht persbericht berichtten we over de ‘liberated Afrikans’ van St. Helena. Ook voor deze onzichtbare begraafplaats loopt een Unesco-aanvraag. De erfenis van de ‘Middle Passage’ moet zichtbaar worden gemaakt en groots herdacht.
Herdenkingsmonument op St. Eustatius
Een voorbeeld van historisch rechtsherstel is ook een herdenkingsmonument zoals op Barbados, Brazilië, Curaçao, Haïti, Jamaica. Cuvalay: “Wij hebben een video gemaakt van de Caribische herdenkingsmonumenten voor slavernij.
UCF Caribbean wil dat de Nederlandse regering aan St. Eustatius middelen beschikbaar stelt voor een monument van allure dat symbool staat voor het lijden van onze Afrikaanse voorouders en een erkenning is van alles wat zij met hun blote handen op dit eiland hebben opgebouwd en voortgebracht.
Een plek om te herdenken en met zijn allen te zeggen “nooit meer”. Het kan niet dat zo’n monument er op St. Eustatius nog niet is terwijl het eiland de grootste transithaven was van de slavenhandel in de 18e eeuw.”
S. Gallant maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com