Reactie op “Feminisme, een vies woord? Ken je geschiedenis

Opinie mening meningsuiting

INGEZONDEN – Het is moeilijk om een artikel serieus te nemen dat vanaf het begin al tekortschiet in de poging om een zo belangrijk onderwerp als feminisme aan te snijden.

“Feminisme, een vies woord? Ken je geschiedenis” is helaas een buitengewoon slecht geschreven stuk. Het is een rommelige verzameling van vaag beschreven voorbeelden die er niet in slagen om duidelijk te maken waarom feminisme als een “vies woord” wordt beschouwd, noch wordt het doel van de schrijver duidelijk.

Het feminisme, zoals we dat vandaag de dag kennen, begon in de late 19e en vroege 20e eeuw met de eerste golf van feminisme. Deze beweging richtte zich op het verkrijgen van fundamentele rechten voor vrouwen, zoals stemrecht en toegang tot onderwijs. Dit was een strijd voor gelijke rechten, voortkomend uit de overtuiging dat vrouwen dezelfde fundamentele vrijheden verdienen als mannen.

De tweede golf van feminisme ontstond in de jaren 1960 en 1970 en richtte zich op bredere kwesties zoals reproductieve rechten, de loonkloof en seksuele vrijheid. Deze golf bracht diepere sociale en culturele veranderingen teweeg en legde de basis voor veel van de rechten die vrouwen vandaag de dag hebben.

Met de komst van de derde golf in de jaren 1990 begon feminisme zich te diversifiëren en richtte het zich op intersectionaliteit en de diversiteit van vrouwelijke ervaringen. Hoewel deze beweging veel belangrijke kwesties aan de orde stelde, is het ook waar dat delen van deze derde golf zich hebben ontwikkeld tot extremere vormen van feminisme.

Grote groepen binnen deze stroming lijken niet langer te streven naar gelijkheid tussen de geslachten, maar eerder naar vrouwelijke superioriteit. Deze extremistische standpunten dragen bij aan de negatieve connotaties die tegenwoordig vaak aan feminisme worden gekoppeld.

Het artikel probeert verontwaardiging op te wekken door historische figuren en hun bijdragen aan vrouwenrechten aan te halen, maar doet dit zo oppervlakkig dat het nauwelijks de oppervlakte raakt.

Namen zoals Emmeline Pankhurst, Simone de Beauvoir en Gloria Steinem worden genoemd zonder context of diepere analyse, wat weinig bijdraagt aan de educatie of overtuiging van de lezer. In plaats daarvan voelt het aan als een haastige opsomming van namen, zonder dat er sprake is van een doordachte verkenning van de impact van het feminisme.

Bovendien is de toon van het artikel doordrenkt met sarcasme en een gevoel van morele superioriteit, wat elke potentiële argumentatie ondermijnt.

De schrijver lijkt ervan uit te gaan dat het simpelweg noemen van bekende feministen voldoende is om een overtuigend pleidooi te houden tegen de negatieve connotaties van feminisme.

Echter, zonder een duidelijke en samenhangende argumentatie, slaagt het artikel er niet in om uit te leggen waarom feminisme als een “vies woord” wordt gezien of waarom deze perceptie moet veranderen.

Het blijft onduidelijk wat het doel van de schrijver is. Is het de bedoeling om de lezers te informeren over de geschiedenis van het feminisme?

Om te betogen dat feminisme vandaag de dag nog steeds relevant is? Of om degenen belachelijk te maken die het feminisme negatief zien?

Het artikel slaagt er niet in om een van deze doelen te bereiken, en laat de lezer eerder verward dan verlicht achter.

Als het de bedoeling was om voor feminisme te pleiten, dan heeft het artikel zijn doel gemist. Een effectievere aanpak zou een duidelijk, gestructureerd betoog bevatten dat uitlegt waarom feminisme negatieve connotaties heeft en waarom deze percepties misplaatst zijn.

Het zou ook dieper moeten ingaan op de historische en hedendaagse relevantie van feminisme, in plaats van oppervlakkige verwijzingen naar bekende figuren.

Samenvattend is het artikel “Feminisme, een vies woord? Ken je geschiedenis” een gemiste kans. Het had waardevolle inzichten kunnen bieden, maar biedt in plaats daarvan niet meer dan een onsamenhangende verzameling vage verwijzingen.

Om het probleem van feminisme als “vies woord” effectief aan te pakken, hebben we meer doordachte, goed onderbouwde discussies nodig die verder gaan dan het noemen van namen en daadwerkelijk de complexiteit van het onderwerp bespreken.

Tot slot wil ik benadrukken dat een deel van de nieuwslezers in Suriname goed ontwikkeld is en soms zal reageren. Ik raad de schrijfster van dit artikel daarom ten zeerste aan om grondiger onderzoek te doen en flink te oefenen met schrijven voordat toekomstige publicaties worden gedaan.

Rodney Rampersad