President Santokhi bespreekt pijnpunten met Mediacollectief

media pers microfocoon

GFC NIEUWSREDACTIE- President Chandrikapersad Santokhi van Suriname heeft met het Mediacollectief afspraken gemaakt over het verbeteren onder andere persconferenties en de communicatie.

Zaterdagavond is er een vruchtbaar gesprek hierover geweest, meldt het Mediacollectief.

Het Mediacollectief had een petitie aangeboden met diverse verbeterpunten. Er wordt aan gewerkt om zo min mogelijk lange inleidingen te houden tijdens persconferenties, het vraag-antwoord systeem wordt uitgevoerd en dat ministers meer toegankelijk zijn voor de media.

Tijdens de bespreking zaten ook aan minister Albert Ramdin, directeur van CDS, Alven Roosveld, en de adviseurs van de president Stanley Dijksteel, Winston Leckie en Henna Draaibaar.

BEKIJK OOK MEER GFC NIEUWS: Vrouw (33) uit Tourtonne mishandeld na laat thuis komen

De president zei het belangrijk te vinden dat de communicatie verbeterd wordt. Hij constateert dat er veel positieve dingen gedaan worden door de regering die hij niet terugziet in de media, omdat de regering zelf tekortschiet in de informatieverschaffing.

Santokhi heeft ook voorgesteld om op gezette tijden informele informatiesessies met journalisten te houden als er een belangrijke issue of ontwikkeling speelt.

Tijdens de bespreking is eveneens gesproken over het accrediteren van mediahuizen en journalisten voor het verslaan van regeringsactiviteiten.

In dat kader komt er een werkgroep met vertegenwoordigers van de regering, het Mediacollectief, Surinaamse Verenging van Journalisten en de mediahuizen die gaat werken aan het opstellen van de regels en voorwaarden die zullen gelden bij accreditatie.

Het is de bedoeling dat de regering eens in de vier maanden, overleg voert met het Collectief.

De regering werkt aan het ontwikkelen van een mediastrategie die met ingang van 1 januari 2022 zal worden uitgevoerd, met de bedoeling dat de communicatie vanuit de regering naar de media en samenleving toe zal worden verbeterd, meldt het Mediacollectief.