Pre-Colombiaanse bijlkoppen overhandigd aan Suriname door Frans-Guyanese douane

prehistotische bijlen

Onder het toeziend oog van directeur Cultuur Dweight Warsodikromo heeft het Surinaams Museum dinsdag enkele ‘Inheemse bijlkoppen’, als artefacten afkomstig uit de ‘pre-Colombiaanse’ tijd in ontvangst genomen.

Deze artefacten werden door de Frans-Guyanese douane in beslag genomen tijdens een routinecontrole aan de grens.

Santosh Singh, directeur van het Surinaams Museum, gaf aan zeer verheugd te zijn met deze geste en noemde het een belangrijk moment van culturele uitwisseling.

“We zien het niet alleen als een genereuze geste, maar ook als een waardering voor ons gedeeld verleden”, zei Singh.

Hij stelde dat deze artefacten de plaats zullen krijgen die ze verdienen, namelijk ‘hier thuis in Suriname in het Surinaams Museum’, de plaats waar ze bestudeert, tentoongesteld en geconserveerd zullen worden.

Deze bijlen dateren uit de tijd, voordat Columbus voet aan wal zette in Amerika.

De Franse Ambassadeur Nicolas de Bouillane de Lacoste, deed de overhandiging samen met Richard Marie, de algemeen directeur van de douane in Frans-Guyana.

“Ik bedank de douane voor het werk dat zij verzet hebben in de herkenning en het in beslag nemen van deze artefacten. Door jullie inzet kunnen wij nu deze artefacten afgeven”, stelde de Lacoste.

Volgens Marie zijn deze artefacten gevonden bij de grens bij Saint Laurent, bij een familie die uit Suriname naar Frans-Guyana ging. Deze familie gaf aan dat de artefacten zijn gevonden bij goudmijnen te Tumatu.

Hij gaf aan dat tijdens het onderzoek is gebleken dat de mensen zich niet bewust waren van het belang van deze artefacten noch de wetgeving daaromheen en dat zij na het betalen van een boete zijn heengezonden.

Nadat de artefacten zijn onderzocht door Franse specialisten, is besloten om deze via officiële kanalen weer naar Suriname te sturen.

Singh legde uit dat deze bijlkoppen vaker worden verkocht tussen de SRD 1000,- en SRD 1500,-. Ze worden vaker gebruikt bij spirituele rituelen, maar worden vaak genoeg ook gewoon als ‘moi moi’ in huis gehouden.

“Ik heb begrepen van mensen die ik op goudvelden heb geïnterviewd, dat ze het leuk vinden om zoiets naar huis te brengen om aan hun familie en gezin te laten zien, als iets dat zij gevonden hebben tijdens hun werk in de goudmijnen”, licht Singh toe. Hij gaf aan dat met het verplaatsen van een artefact ‘een deel van een puzzel’ verdwijnt.

De archeologie vereist dat dingen die gevonden worden, in context geplaatst kunnen worden met de omgeving, om zo het hele beeld te kunnen vormen.

“Daarom, als u iets vindt op uw erf of waar dan ook, ‘no fasi’. Maakt u contact met het Directoraat Cultuur en zij zullen het verder met u afhandelen”.

Na de korte speeches werd er een overhandigingsdocument ondertekend door directeur Cultuur, de Franse ambassadeur en de directeur van het Surinaams Museum.