OPINIE – In de afgelopen weken zijn de Mennonieten in het middelpunt komen te staan van politieke intriges en leugens die het weefsel van de gemeenschap lijken te scheuren.
Terwijl de regering, met Chan Santokhi aan het roer en Albert Ramdhin als zijn secondant, krachtig volhield dat zij geen percelen van de staat zouden opeisen, werden het volk en de gelovigen geconfronteerd met een stortvloed aan grondaanvragen en bereidverklaringen.
Vicepresident Ronnie Brunswijk en zijn minister Dinotha Vorstwijk leken haastig te struikelen over hun ontkenningen, ondanks het groeiende aantal bewijzen dat wijst op dubbelzinnigheid in hun handelen.
De ‘zaakwaarnemer’ van de gelovigen, Ruud, bleek evenmin zo oprecht als aanvankelijk gedacht. Hij loog openlijk door te beweren dat er nog geen grond was aangevraagd, maar moest later toegeven dat er al verzoeken waren ingediend via dubieuze stichtingen, met betrekking tot maar liefst zeventigduizend hectare grond.
Het lijkt erop dat de Mennonieten mogelijk aanzienlijke bedragen moeten betalen als ze deze gronden willen verwerven.
Deze onthullingen werpen een schaduw over de integriteit van zowel de politici als de ‘zaakwaarnemer’, en laten de geloofsgemeenschap in verdeeldheid achter.
Het contrast tussen de publieke ontkenningen en de achter de schermen ingediende verzoeken roept vragen op over transparantie en eerlijkheid binnen de regering en het ‘zaakwaarnemerschap’.
De Mennonieten worden nu geconfronteerd met de harde realiteit van politieke spelletjes en onbetrouwbare beloften, wat een schokgolf van teleurstelling en wantrouwen binnen hun gemeenschap teweegbrengt.
N. Mohari
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud