Onvrede bij NDP-leden over aanwezigheid regeringsleden bij crematie Desi Bouterse

bouterse dood

Binnen de Nationale Democratische Partij (NDP) heerst bij een groot aantal leden onvrede over de mogelijke aanwezigheid van regeringsleden bij de crematie van hun volksleider, Desi Bouterse, aanstaande zaterdag.

Deze onvrede hangt samen met het intrekken van de Amnestiewet door de huidige regering, wat volgens deze leden directe gevolgen heeft gehad voor Bouterse en andere betrokkenen.

Tijdens de regeerperiode van Bouterse werd in het parlement een aangepaste Amnestiewet aangenomen. Deze wet verleende amnestie aan personen die vervolgd werden voor de Decembermoorden, waaronder Bouterse zelf.

De huidige coalitie trok deze wet echter in. Het Constitutioneel Hof oordeelde bovendien dat de aangepaste wet buiten de grondwet viel, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor vervolging van mensenrechtenschendingen.

Een groot aantal NDP-leden verwijt de huidige regering dat het intrekken van de wet een politieke beslissing was, gericht op het heropenen van vervolgingen.

Zij zijn van mening dat deze actie heeft bijgedragen aan de juridische en politieke druk waaronder Bouterse de laatste jaren van zijn leven heeft geleden.

Amnestiewet en politieke repercussies

De oorspronkelijke Amnestiewet stelde daders van mogelijke strafbare feiten tijdens de Binnenlandse Oorlog (1985-1992) vrij van vervolging.

Het intrekken van deze wet door de huidige coalitie leidde tot controverse, niet alleen bij de NDP, maar ook bij aanhangers van vicepresident Ronnie Brunswijk, zelf een voormalig rebellenleider. Veel van hen beschouwen deze beslissing als een politieke zet met verstrekkende gevolgen.

De onvrede over het intrekken van de Amnestiewet heeft ertoe geleid dat veel NDP-leden niet willen dat regeringsleden, die betrokken waren bij deze beslissing, aanwezig zijn bij de crematie van Bouterse.

Volgens deze leden hebben deze politici ervoor gezorgd dat Bouterse de laatste jaren van zijn leven onder druk stond en zelfs moest onderduiken.