Een biljet van 1 gulden van de Algemeene Nederlandse Maatschappij ter begunstiging van de Volksvlijt, een halve gulden van de Particuliere West-Indische Bank, een biljet van 10 gulden kaartengeld en twee stuks kaartengeld van 2 ½ gulden; elk originele artefacten waarover het Numismatisch Museum van de Centrale Bank van Suriname nu beschikt.
De Bank heeft op dinsdag 19 november deze bijzondere objecten, de oudste is uit 1773, in bruikleen aangeboden gekregen door De Nederlandsche Bank (DNB).
Tot dit moment heeft het museum bij gebrek aan originelen, afbeeldingen van deze betaalmiddelen uit het verleden tentoongesteld.
Governor Maurice Roemer noemde het een historische dag, een die de bijzondere relatie tussen de Bank en DNB tot uiting brengt, dus ook met de aanbieding van de artefacten.
Cees Ullersma, Hoofd International Relations van DNB zei bij deze gelegenheid dat de artefacten tastbaar bewijs zijn van de monetaire geschiedenis van de kolonie Suriname, toen als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Aanwezig was ook de Nederlandse Ambassadeur Walter Oostelbos die van huis uit historicus is. Ook hij gaf aan dat het om bijzondere stukken gaat.
Hij typeerde het zo, dat het mogelijk is dat John Stedman, de schrijver van het boek Reizen naar Suriname van 1796, waarover hij sinds kort beschikt, deze zelfde betaalmiddelen toen gebruikt kan hebben. Een bijzondere gewaardwording.
De historische betaalmiddelen zijn een zeer waardevolle aanwinst voor het Numismatisch Museum en die mogelijk toch permanent zullen behoren tot haar collectie.
Het museum stelt zich ten doel de samenleving, in het bijzonder de jeugd maar zeker ook bezoekers aan Surinme, deelgenoot te maken van de rijke geldgeschiedenis van het land vanaf de tijd van de ruilhandel en de eerste munten tot heden.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com