Nieuwe datum zitting Constitutioneel Hof over verzoekschrift ex-minister Hoefdraad

gillmore hoefdraad

GFC NIEUWSREDACTIE- Het Constitutioneel Hof (CH) in Suriname zal op 23 augustus de case van ex-minister Gillmore Hoefdraad in een openbare zitting behandelen.

Op 15 augustus werd ruim twee uren voor de openbare zitting zonder opgaaf van redenen die afgelast.

Twee advocaten van Hoefdraad, Murwin Dubois en Milton Castelen, hadden een verzoekschrift ingediend om enkele wetsartikelen uit het Wetboek van Strafrecht te toetsen.

Het Openbaar Ministerie (OM) is van mening dat Hoefdraad geen gebruik mocht maken van het recht op hoger beroep omdat hij niet is verschenen voor het gerecht.

De advocaten vinden dat hun cliënt beknot wordt om rechtsmiddelen in te zetten. Zij hebben aangevoerd dat het standpunt van het OM in strijd is met internationale verdragen en met de grondwet. Er is ook jurisprudentie in deze zaak.

In de geruchtmakende rechtszaak van de Centrale bank van Suriname (CBvS) is hoefdraad op 17 december 2021 veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, overtreding van de anti-corruptiewet en ambtsverduistering.

Conform de eis van de Procureur-Generaal werd hem een gevangenisstraf van 12 jaar opgelegd en een geldboete op van SRD 500.000.

In deze rechtszaak is aan alle andere verdachten die ook waren gevonnist, in eerste aanleg door de kantonrechter, hoger beroep aangetekend en is hen dat ook verleend. Het Hof van Justitie verleende Hoefdraad die rechtsingang niet, omdat het rechtsprincipe werd gehanteerd dat de verdachte nimmer is verschenen bij de behandeling van zijn zaak, bij verstek is veroordeeld en hij daardoor geen recht heeft op hoger beroep.

Het vonnis ging toen gelijk in werking. Hoefdraad heeft toen het Constitutioneel Hof gevraagd zich hierover uit te spreken en de wetsartikelen waarop het Hof van Justitie zich beriep te beoordelen. Echter kon het Constitutioneel Hof de beoordeling niet doen binnen de bij wet vastgestelde periode van drie maanden.

Intussen heeft het Hof van Justitie wel een aanvang gemaakt met de zaak van Hoefdraad in hoger beroep.