NDP-parlementariër Tsang: “Onderwijsbeleid verkeert in crisis – niet onder de indruk van beleidsplannen

tsang

NDP-parlementariër Stephen Tsang heeft scherpe kritiek geuit op het huidige onderwijssysteem en de recente beleidsplannen van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

Tsang spreekt zijn zorgen uit over wat hij beschouwt als jaren van wanbeleid en een gebrek aan transparantie in het onderwijs, en roept de Surinaamse gemeenschap op om zich bewust te worden van de ernst van de situatie.

De parlementariër vraagt zich af of het nieuwe Nationale Onderwijsbeleidsplan 2024 – 2031 daadwerkelijk een positieve verandering zal brengen of slechts een voortzetting van het falend beleid zal zijn dat de afgelopen vier jaar heeft geleid tot chaos en onzekerheid.

Vraagtekens bij wettelijke basis voor onderwijshervormingen

Een belangrijk punt van zorg voor Tsang is het gebrek aan duidelijkheid over de wettelijke basis van de huidige onderwijshervormingen.

De minister van Onderwijs heeft aangekondigd dat er drie nieuwe onderwijswetten naar De Nationale Assemblee (DNA) gestuurd zullen worden, waaronder wetten die betrekking hebben op het basisonderwijs.

Tsang vraagt zich af of dit betekent dat de recente veranderingen, zoals de uitbreiding van het basisonderwijs naar tien leerjaren, momenteel zonder wettelijke basis worden uitgevoerd.

Als dit inderdaad het geval is, zou dit volgens Tsang een ernstige zaak zijn en getuigen van slecht beleid en nalatigheid binnen het ministerie.

Het ontbreken van een solide juridische basis voor deze veranderingen zou niet alleen het onderwijs, maar ook de betrokken kinderen en hun toekomst in gevaar brengen.

Waar zijn de tablets voor het binnenland?

Daarnaast richt Tsang zich op het lot van duizend tablets die bestemd waren voor het afstandsonderwijs in het binnenland.

Deze tablets waren bedoeld om kinderen in afgelegen gebieden toegang tot digitaal onderwijs te geven, vooral in tijden van nood zoals tijdens de pandemie.

Tsang stelt dat deze tablets mogelijk niet op de juiste plaats zijn beland en suggereert dat ze misschien zijn verdeeld onder een selecte groep bekenden en familieleden van bepaalde functionarissen.

Hij benadrukt dat het falen van het ministerie om deze tablets bij de beoogde doelgroep te krijgen, namelijk de kinderen in het binnenland, hen ernstig benadeelt en hun kansen op goed onderwijs beperkt.

Tsang vraagt het ministerie om opheldering en eist een grondig onderzoek naar het gebruik en de distributie van deze tablets.

In zijn kritiek betrekt Tsang ook het optreden van collega-parlementariër Edgar Sampie, die zijn zorgen over de situatie in het binnenland als “nonsens” zou hebben bestempeld.

Tsang benadrukt dat juist Sampie, als vertegenwoordiger van de binnenlandse gemeenschappen, zou moeten opkomen voor de rechten en kansen van deze regio’s in plaats van ze te negeren.

Daarnaast herinnert Tsang aan het feit dat Sampie tegen de motie heeft gestemd die financiële ondersteuning voor de overstromingen in het binnenland moest bewerkstelligen.

Volgens Tsang is dit een schokkend gebrek aan betrokkenheid bij de noden van de gemeenschappen die het hardst getroffen zijn door natuurrampen en slechte infrastructuur.

In zijn slotwoord roept Tsang de Surinaamse burgers op om bewust te stemmen bij de komende verkiezingen op 25 mei 2025. Hij benadrukt dat een stem niet alleen een keuze voor een individu is, maar ook een keuze voor toekomstig beleid.

Tsang waarschuwt dat een voortzetting van het huidige beleid het Surinaamse onderwijs en de toekomst van de kinderen in het binnenland verder in gevaar kan brengen.

Hij roept de kiezers op om te overwegen of ze leiders willen die zich inzetten voor gelijke kansen en rechtvaardigheid, of leiders die prioriteit geven aan persoonlijke belangen en vriendjespolitiek.