OPINIE – De recente ontwikkelingen rond de loonsverhoging voor ambtenaren in Suriname roepen grote zorgen op.
Hoewel het principeakkoord tussen vakbonden en de regering op het eerste gezicht goed nieuws lijkt voor landsdienaren, tonen de opmerkingen van minister van Financiën Stanley Raghoebarsing aan dat de financiering hiervan allesbehalve zeker is.
Het is zorgwekkend dat de regering geen concrete middelen op de begroting heeft om de beloofde verhogingen van 15 procent in oktober 2024 en 5 procent in januari 2025 te dekken.
Voor 2025 voorziet de regering zelfs een gigantische uitgave van SRD 2,5 miljard, die mogelijk door belastingverhogingen moet worden gefinancierd.
De vakcentrale C-47 heeft, terecht, het akkoord niet ondertekend en spreekt haar zorgen uit over de financiële dekking van deze loonsverhogingen.
Vakbondsleider Robby Berenstein benadrukt dat de vakbeweging niet akkoord kan gaan met plannen die de belastingdruk verder verhogen, omdat dit juist de werknemers opnieuw zou treffen.
De huidige onderhandelingen van de vakbonden richten zich juist op belastingverlichting, en een belastingverhoging zou de gewenste koopkrachtversterking tenietdoen.
Het risico dat de regering haar toevlucht neemt tot belastingen om de loonsverhogingen te financieren, roept vragen op over de werkelijke impact op de samenleving.
De middenklasse en de arbeidsklasse zullen het zwaarst getroffen worden, wat de economische ongelijkheid verder kan vergroten. Dit kan leiden tot wijdverspreide ontevredenheid en het vertrouwen van de bevolking in de overheid verder ondermijnen.
Daarnaast wordt de waarde van de beloofde loonsverhogingen ondermijnd als ze gepaard gaan met hogere lasten voor de burgers.
Het lijkt een geval van “de rechterhand geven en met de linkerhand nemen”: de ambtenaren krijgen weliswaar een loonsverhoging, maar worden tegelijkertijd geconfronteerd met zwaardere belastingverplichtingen die hun koopkracht weer aantasten.
Als de regering blijft doorgaan zonder een duidelijke, duurzame financieringsstrategie, dreigt dit niet alleen de economische stabiliteit van het land te schaden, maar ook de sociale cohesie.
De vakbonden, met C-47 aan het roer, hebben hun zorg uitgesproken, en het is nu aan de regering om met transparante en haalbare oplossingen te komen.
De vraag blijft: wie zal uiteindelijk de rekening betalen voor deze loonsverhoging? En wat voor gevolgen heeft dit voor de sociale en economische toekomst van Suriname?
N. Mohari
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud