Local content wetgeving is eerste prioriteit om reële corruptie te bestrijden

IMG-20241008-WA0013

DNL-voorzitter Dharm Mungra beweert dat de invoering van local content wetgeving van groot belang is voor het bestrijden van corruptie in Suriname, vooral in de opkomende olie-industrie.

Hieronder volgt zijn uitgebreide visie op waarom dit wettelijk kader noodzakelijk is en welke maatregelen daarbij horen:

In de lokale media verschenen recentelijk alarmerende berichten waarin wordt aangegeven dat er sprake zou zijn van een “openlijke afwijzing van een local content wetgeving door zowel Staatsolie als onze president”. Dit zou volgens hen niet nodig zijn.

Terecht werd in een der berichten ook gewezen op de gruwelijke absurditeit en idiotie van deze stelling. Aangezien het hier gaat om de mening van invloedrijke functionarissen is het daarom goed om de dwaasheid van hun hopelijk slechts een “mening” nader te beschouwen.

Volgens de Staatsolie-directeur die duidelijk hiermee de deuren klaarblijkelijk open wil houden voor manipulaties, administratieve rompslomp en vriendjespolitiek, is hij best tevreden met een local content policy.

Zowel local content wetten als local content beleid hebben hun eigen voor- en nadelen. Local content wetten zijn namelijk juridisch bindend en verschaffen duidelijkheid en zekerheid om naleving te kunnen garanderen.

Ook kan je door een wettelijk kader sterkere handhavingsmechanismen faciliteren. In de praktijk kan een combinatie van beide de meest effectieve aanpak zijn.

Een local content beleid kan de flexibiliteit en prikkels bieden die nodig zijn om naleving te stimuleren, terwijl local content wetten ervoor kunnen zorgen dat er duidelijke, afdwingbare normen zijn.

In Suriname is alles wat beleid is altijd “als op water geschreven” geweest vanwege de ingeburgerde corruptie vanuit de politiek die vaak royale beloningen daaraan overhield door het verstrekken van gunsten dan wel het vertrappen van regels.

Onze historie staat daar bol van. Het kiezen voor local content wetgeving is daarom voor onze Surinaamse context absoluut noodzakelijk.

Wereldwijd is het een noodzaak gebleken in opkomende olie-industrielanden om ervoor te zorgen dat de lokale bevolking en bedrijven profijt hebben van hun natuurlijke hulpbronnen.

Dit kan leiden tot het creëren van banen, het bevorderen van technologische en vaardigheidsoverdracht, en het stimuleren van de lokale economie om de voordelen van de olie-industrie gelijkmatig te verdelen.

Onze op te stellen local content wet en het daaruit voortvloeiende beleid zou daarom moeten bestaan uit een aantal kerncomponenten om effectief te zijn.

Onderwijs en training: programma’s om de lokale bevolking voor te bereiden op banen in de olie- en gasindustrie, inclusief technische en zakelijke vaardigheden.

Inkoop van lokale goederen en diensten: verplichtingen voor bedrijven om een bepaald percentage van hun inkoop uit te voeren bij lokale leveranciers.

Technologische overdracht: inspanningen om technologieën en processen over te dragen aan lokale bedrijven, zodat ze beter kunnen meedoen in de toeleveringsketen.

Financiële stimulering: subsidies en leningen voor lokale bedrijven om hen te helpen om te groeien en te concurreren met internationale spelers.

Regelgeving en toezicht: duidelijke wetten en regelgeving die de naleving waarborgen, met regelmatige rapportage en toezicht.

Samenwerking en dialoog: continue dialoog en samenwerking tussen de overheid, internationale oliemaatschappijen en lokale bedrijven om ervoor te zorgen dat het beleid effectief is en aangepast aan veranderende omstandigheden.

Local content wetgeving is derhalve onontbeerlijk voor ons land in tegenstelling tot wat door beide voornoemde instanties wordt beweerd.

Overigens is het benodigde inzicht in deze aspecten niet alleen van technische aard, maar vereist ook andere deskundigheid, welke ik niet kan toeschrijven aan bedoelde autoriteiten die zich zo alwetend opstellen. Hun voorkeur bestrijkt dimensies die ze zelf niet beheersen.

De onbegrijpelijke, zware geheimhouding van de inhoud van de getekende PSC (Production Sharing overeenkomst) is voorts als een bijzonder verdacht onregelmatigheid te beschouwen, omdat hierin helder en transparant moet zijn wat de gemaakte afspraken zijn met betrekking tot een aantal zaken:

1. Wat zijn de exploratie- en ontwikkelingskosten en hoe zullen deze worden gedeeld?

2. Wat zijn de productieopbrengsten? Met name: welk deel is “cost oil” en welk deel “profit oil”?

3. Wat is bepaald ten aanzien van belastingen en voorheffingen op de geproduceerde olie?

4. Regelgeving en toezicht: welke afspraken zijn er met betrekking tot veilig en milieuvriendelijk verloop?

5. Milieubescherming: hoe zit het met de dekking van schade, het beheren van afval en het herstel van ecosystemen?

6. Transparantie en openbaarmaking: wat zijn de verplichtingen met betrekking tot transparantie en openbaarmaking van informatie over de olieproductie, inclusief financiële rapporten en de omvang van de geproduceerde olie?

7. Conflictresolutie: welke zijn de mechanismen voor het oplossen van conflicten zoals arbitrage enzovoort?

8. Transfer pricing rules: welke prijzen worden gehanteerd voor de overdracht van goederen en diensten en hoe zit het met marktconformiteit?

9. Monitoring en compliance: welke mechanismen zijn er voor het monitoren van overdracht en regels om belastingontwijking en winstverschuiving te voorkomen?

10. Welke zijn de documentatievereisten in verband met beoordeling van transfer pricing praktijken, inclusief vergelijkingsanalyses en prijsafspraken?

11. Regelgevend toezicht: welke procedures zijn afgesproken en welke autoriteit is er voor belastinginstanties om transfer pricing transacties te beoordelen en nodige aanpassingen te maken?

12. Welke afspraken zijn er met betrekking tot voorkoming van misbruik van transfer pricing, zoals het opzetten van prijsbandbreedtes of het gebruik van vaste prijsformules?

In plaats van zich nu al rijk te prijzen over de olie-inkomsten, is het daarom zaak dat de regering onafhankelijke, echte deskundigen ter zake inzet om het vele huiswerk dat ze op dit stuk wacht zo spoedig mogelijk te doen.

In een ander artikel zal ik nader ingaan op de gewenste instrumenten voor bewaking van transparantie bij de besteding van onze gehoopte oliedollars in het verschiet, besluit Mungra.