Landvernietigers moeten nu stilzitten

corruptie fraude crime geweld

INGEZONDEN– De landvernietigers moeten nu niet hoog van de daken willen schreeuwen en liever stilzitten en hun mond houden.

De NDP van Desi Bouterse heeft het land letterlijk naar de klote geholpen en wil nu komen eisen dat hardwerkende ministers die hun handen in de modder steken om het tij te keren met oneervol ontslag moeten.

Wat een lef, wat een vrijpostigheid en brutaliteit van de paarse coalitie die de afgelopen 10 jaar stilzwijgend alles heeft goedgekeurd en daardoor het land kapot heeft helpen maken.

Een regering waar de NDP de leiding heeft of met een NDP-signatuur is synoniem voor corruptie en vernietiging. Het begon in de jaren ’80 toen Bouterse met een militaire coup de macht greep in Suriname. Nog altijd is het land sterk verdeeld over de erfenis ervan, maar elk weldenkend mens zal moeten toegeven dat de revolutie een grote drama is geweest.

Onder het mom van honderden projecten die zijn uitgevoerd, proberen NDP’ers de drastische neergang van Suriname goed te praten en willen zelf weer regeermacht. Een welbekende uitspraak van hun leider: ‘kome pe? Kome fu du san’?”

Telkenmale wanneer de NDP de kans krijgt om te regeren, gaat het financieel-economisch goed fout met Suriname en dus ook de bevolking. Zie maar de periode van Jules Wijdenbosch als president. Toen werden zakken vol geld weggedragen bij de Centrale Bank van Suriname, geld werd gedrukt als papier, zoals dat gebeurt bij een drukkerij, corruptie vierde hoogtij, schandalen na schandalen. Uiteindelijk werd zijn aftreden aangekondigd door Bouterse en had Suriname daarna weer jaren nodig om uit de modder te klauteren.

Wat de NDP nu moet doen, is – zoals de partijleiding na de verkiezingen van 2015 zelf aangaf – de partij evalueren en schoonschip maken binnen eigen gelederen.

 

Een kritische burger

Publicatie van ingezonden stukken houdt niet in dat de redactie het eens is met de inhoud. Wenst ook u een ingezonden stuk te publiceren? Mail dit naar redactiegfc@gmail.com

BEKIJK OOK: Hoe is het in Godsnaam mogelijk?