KKF heeft geen respect voor mensenrechten

inheemsen indianen grondenrechten mensenrechten

INGEZONDEN– Ik schrok mij een aap bij het lezen van de punten opgesomd door de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) in Suriname waarbij het Parlement werd opgedragen per onmiddellijk de behandeling van de conceptwet Grondenrechten te stoppen.

Wat een brutaliteit anno 2023. Dit is echt een brief die het karakter van mensen heeft die geen respect hebben voor mensenrechten. Immers, grondenrechten zijn mensenrechten.

In mijn repliek wens ik geenszins belerend bezig te zijn, maar om de context van mijn argumenten te begrijpen, is het goed de achtergrond en waarde van het grondenrechtenvraagstuk goed in ogenschouw te nemen.

Het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens heeft de staat Suriname verantwoordelijk gesteld voor het schenden van de rechten van de inheemsen en tribalen op grond van onder andere:

1. schending door de Staat van de eigendomsrechten van de inheemsen en tribalen in hun traditionele grondgebieden;

2. de uitgifte van diverse grondtitels aan derden (individuen en bedrijven);

3. uitgifte van mijnbouwconcessies met als gevolg aanzienlijke milieubeschadiging van hun grondgebieden;
*noot: dit alles is terug te vinden online.

De vonnissen zijn gedaan op:

*15 juni 2005 (Moiwana Vonnis)
*28 november 2007 (Saamaka Vonnis)

Ondanks de vonnissen is er nooit oprecht moeite gedaan maatregelen te treffen om verdere herhaling te voorkomen. Op 25 november 2015 volgde er nog een vonnis, het Kaliña & Lokono-vonnis.

De Staat toonde nooit sympathie met het decennialange onrecht die de inheemsen en tribalen werden aangedaan. Integendeel werden grote lappen gronden in hun woon en leefgebied aan concessionarissen uitgegeven. Hun woon,- jaag,- en visgebied net als mist aan het verdampen.

De voortzetting hiervan heeft jaren voor grote irritatie gezorgd en mondde recentelijk uit in onrust vanuit de inheemsen te Pikin Saron. De gevolgen zijn: 2 doden, gewonden en grote materiële schade.

Ik wil u in herinnering brengen dat de obligate taakstelling van KKF is dat die de werkzaamheden en de ontwikkeling van het bedrijfsleven in Suriname bevorderd met inachtneming van het algemeen belang. Daar staan ze voor. Plots deden ze zich anders voor door het parlement op te dragen de behandeling van het wetsontwerp Grondenrechten te stoppen. Wat een vrijpostigheid of zie ik het verkeerd? Gaat het hier om het Constitutioneel Hof of de KKF?

KKF zou juist garanties van gelijkwaardigheid en non-discriminatie van volken moeten bieden aan ondernemers over het heel land, ook in het achterland. In uw jaarverslag en de uitvoering daarvan zien wij niet eens een oprechte poging om het gebied van de zogenaamde achtergestelde groep tot ontwikkeling te zullen brengen.

Waarom tekent u geen Hoger beroep sinds u tegen de vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens bent?

Dit artikel is geen tik op de vinger, absoluut niet. Het is meer dan dat. Het is een strenge terechtwijzing naar de KKF om per direct hun beleid over een andere boeg te gooien en de mensen van het achterland door middel van projecten en bewustwordingsprogramma’s bewust te maken van de noodzaak om te ondernemen. Men zegt ook wel dat zachte leermeesters stinkende wonden maken; zo ook van beleidmakers.

Als burger van het achterland voelde ik de noodzaak dit met de samenleving te delen zodat ook u steun biedt aan de verdere behandeling van het wetsontwerp Grondenrechten in De Nationale Assemblee.

Sinclar Westenburg