Khoesial van DNL legt uit waarom kapitaal niet de maatstaf mag zijn

Khoesial Yerry DNL

Met ontzetting zijn wij als samenleving recentelijk weer verrast door verregaande, absurde uitlatingen van Surinaamse politici, die het voortbestaan van vreemde ideologieën en denkwijzen in ons land verraden.

Dat laat Yerry Khoesial van DNL in een bericht aan GFC Nieuws weten.

De DNL prominent schrijft verder het volgende.

Zo suggereerde een politiek leider van een van de regeringspartijen dat niemand zonder financiële middelen ooit de kans zou mogen krijgen om minister of president van Suriname te worden. Volgens hem zouden personen zonder financieel kapitaal niet in staat zijn om leiderschap te tonen en zouden zij zwak zijn in het beheer van geld.

Anders uitgelegd betekent dit dus dat alleen kapitalisten die veel geld bezitten, ongeacht hoe ze daaraan zijn gekomen, de enige succesvolle leiders zouden zijn.

Deze duidelijk kapitalistische visie schept niet alleen een vertekend beeld van leiderschap, maar vertrapt ook alle kernwaarden van goed bestuur.

Goed leiderschap vereist namelijk veel meer dan het royaal beschikken over financiële middelen. Het gaat vooral om integriteit, visie, de intellectuele capaciteit en ware imborst om het algemeen belang te kunnen dienen.

De kwaliteit van een leider wordt helemaal niet bepaald door persoonlijke rijkdom, die zich meestal manifesteert door arrogantie en verhevenheidsgevoelens, maar door de manier waarop zij de behoeften van de samenleving begrijpen en het vermogen bezitten om oplossingen te brengen.

Het vermogen om effectief te leiden komt voort uit een combinatie van ervaring, wijsheid en toewijding aan het welzijn van het volk, en niet uit de hoogte van iemands bankrekening, het goud waarmee hij zich omhangt, de auto’s waarin hij rondrijdt, of de kostbare paleizen waarin hij woont.

Een recent voorbeeld is dat van de bekende “Bordo” uit de gelederen van deze politicus, die met dit soort onvolwassen beweringen een verkeerd signaal afgeeft, alsof niet het bezitten van goed fatsoen, sterk karakter, uitzonderlijke kennis, ervaring en hoge integriteit van belang zou zijn, maar slechts het bezitten van veel geld en vermogen, ongeacht de herkomst en prestaties die daaraan vooraf zijn gegaan.

Het zou de politicus geloofwaardiger maken en sieren door aan te geven hoe dit denkbeeld in zijn partij heeft gewerkt en welke grote successen hij of zijn partij daarmee heeft behaald in de afgelopen vier jaren voor ons land en volk.

Het is tenslotte goed te benadrukken dat het afgedane concept van leiderschap, gebaseerd op afkomst uit een of andere vorstelijke dynastie, militaire of kapitale macht, alleen tot ellende, onderdrukking en achteruitgang heeft geleid in de totale wereldgeschiedenis.

In deze nieuwe era gaat het om een nieuw soort leiderschap: de behoefte aan leiders die hun charisma ontlenen aan hun ontwikkelingsvisie, hun rechtvaardige instelling, hun betrokkenheid bij de noden van hun volk en hun grote kennis van de technologische en andere ontwikkelingen in deze verregaand geglobaliseerde wereld, aldus Khoesial.