Vicepresident Bharrat Jagdeo heeft kanttekeningen geplaatst bij het plan van de Surinaamse president Chandrikapersad Santokhi om olie-royalty’s onder de bevolking te verdelen.
Tijdens zijn wekelijkse persconferentie benadrukte Jagdeo dat het Surinaamse initiatief, waarbij elke burger een aandeel van USD 750 met een jaarlijks rendement van 7% zou ontvangen, wezenlijk verschilt van Guyana’s directe financiële steun aan zijn burgers, meldt KAIETEUR NEWS.
Jagdeo verduidelijkte dat de Surinaamse regeling geen directe contante uitkering betreft, maar een toekomstige belofte die pas vanaf 2028, bij de verwachte start van de olieproductie, rendement zal opleveren.
Dit komt neer op een jaarlijkse uitkering van ongeveer USD 52,50 per persoon. Hij waarschuwde voor misleidende vergelijkingen tussen de Surinaamse aanpak en Guyana’s huidige programma’s, zoals de eenmalige uitkering van USD 500 aan burgers.
Hij zei: “Ik zie dat in de media vergelijkingen worden gemaakt tussen Suriname en Guyana, omdat president Santokhi heeft aangekondigd dat burgers in de toekomst een deel van de royaltybetalingen in Suriname zullen ontvangen. Dat is heel anders dan wat mensen hier in Guyana nu ontvangen.”
Jagdeo vervolgde: “In Suriname gaat het om een royalty. Ze hebben als het ware een schuldbewijs (IOU) met de burgers, zoals ik het begrijp. Dit zal pas in werking treden wanneer ze in 2028 beginnen met hun eerste olieproductie. Op dit moment krijgen burgers slechts een aandeel ter waarde van 750 Amerikaanse dollar, en daarbovenop een jaarlijkse betaling van 7%.”
De voormalig president van Guyana legde uit dat dit neerkomt op iets meer dan 50 Amerikaanse dollar per jaar, wat ook geen directe uitbetaling is.
“Het gaat om een aandeel in toekomstige inkomsten, vanaf 2028, en je krijgt slechts 7% van de 750 dollar per jaar. Het is dus heel, heel anders. Ik hoop dat mensen zich niet laten meeslepen door deze misleidende propaganda,” aldus de vicepresident.
In oktober kondigde de Franse oliemaatschappij Total een project van 10,5 miljard dollar aan om een olieveld voor de kust van Suriname te exploiteren. Dit veld zal naar verwachting in 2028 beginnen met een productiecapaciteit van 220.000 vaten per dag.
Suriname heeft betere fiscale voorwaarden weten te bedingen voor zijn grondstoffen. Het land heeft een royaltypercentage van 6,25% onderhandeld, een progressieve winstdelingsregeling die het land laat profiteren van hogere olieprijzen, en een belastingtarief van 36%.
Guyana daarentegen accepteerde een royaltypercentage van slechts 2%, een winstdeling van 50% na aftrek van 75% als kosten, en geen belastingen.
Ondanks voortdurende protesten en brede oproepen om het contract te heronderhandelen, blijft de regering van Guyana bij haar standpunt dat het benaderen van de contractant nu investeringen in het olierijke Stabroek-blok zou schaden en in strijd zou zijn met het principe van ‘de heiligheid van het contract’.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com