Is het IMF werkelijk de redder van Suriname of een troef voor westerse economische macht?

Economie sparen belggen geld

Het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) heeft altijd beweerd zich in te zetten voor de economische stabiliteit van landen, maar een kritische blik op de werkmethoden van deze organisatie doet vragen rijzen over haar werkelijke motieven.

Vooral in landen met overvloedige natuurlijke hulpbronnen, zoals Suriname, lijkt het IMF minder geïnteresseerd in het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meer in het vestigen van economische macht.

Het wordt steeds duidelijker dat het IMF vaak samenwerkt met corrupte regeringen in zogenaamde ‘derdewereldlanden’, en dat hun interventies meer te maken hebben met strategische belangen dan met daadwerkelijke hulp.

In Suriname hebben we de afgelopen jaren meerdere keren een zwakke en instabiele regering gezien, vooral vanaf 2010, wat het IMF de gelegenheid gaf om zich dieper in de Surinaamse economie te nestelen.

In ruil voor grote leningen en zogenaamde economische steun, heeft het IMF toegang gekregen tot belangrijke grondstoffen zoals olie en goud.

Deze natuurlijke rijkdommen zijn van groot belang voor westerse landen, die hierdoor hun greep op de wereldmarkt kunnen verstevigen.

Maar in plaats van zich in te zetten voor structurele hervormingen die de corruptie zouden aanpakken, lijkt het IMF het status quo te ondersteunen, zolang het kan profiteren van de grondstoffen en de geopolitieke voordelen die deze met zich meebrengen.

Het IMF heeft nooit daadwerkelijk geprobeerd om de corruptie die de Surinaamse regering decennia lang heeft gekarakteriseerd, effectief aan te pakken.

In plaats daarvan lijkt de organisatie de corrupte machthebbers in Suriname te omarmen, wetende dat hun samenwerking essentieel is voor het bereiken van hun strategische doelen.

De lezing dat het IMF ‘helpt’ door meer leningen te verstrekken, lijkt dus eerder een strategie om de macht verder te consolideren, dan een daadwerkelijke poging om de economische situatie in Suriname te verbeteren.

Wanneer de doelen van het IMF eenmaal zijn bereikt – vooral als het gaat om de controle over grondstoffen en de afscherming van westerse belangen – blijkt de organisatie plotseling niet meer te investeren in de stabiliteit van de lokale overheid.

Meestal worden de corrupte regeringen dan losgelaten, vooral tijdens verkiezingen, wanneer het IMF zich terugtrekt en de situatie verder verzwakt wordt achtergelaten.

Dit is het patroon dat we in veel landen hebben gezien en het lijkt erop dat Suriname daar geen uitzondering op zal zijn.

J. Kerto