Is de maatschappij gebaat bij maandelijkse aanpassingen koers- en brandstof-afhankelijke stroomtarieven?

energie stroom

INGEZONDEN – Afgelopen weekend hebben de regering van Suriname en de vakbonden overeenstemming bereikt over een maandelijkse aanpassing van de energietarieven, gebaseerd op drie belangrijke factoren: de wisselkoers, brandstofprijzen en de energiemix.

Hoewel dit besluit bedoeld is om de energiemarkt meer in lijn te brengen met economische realiteiten, rijst de vraag of dit beleid de samenleving ten goede zal komen, gezien de onzekere economische situatie in het land.

Energietarieven die maandelijks stijgen op basis van variabele factoren zoals de wisselkoers, brengen serieuze zorgen met zich mee.

Suriname kampt momenteel al met een sterk fluctuerende koers, wat in de praktijk betekent dat elke stijging direct de kosten voor bedrijven en burgers verhoogt.

Benzineprijzen zijn in het verleden al een duidelijke graadmeter geweest: elke verhoging van de brandstofkosten leidt tot hogere kosten in bijna alle sectoren, van transport en productie tot voedsel en diensten. Dit effect werkt door in de hele economie en raakt uiteindelijk de gemiddelde burger het hardst.

Het “marktconform” maken van energietarieven klinkt op papier misschien rationeel, maar het kan verwoestende gevolgen hebben voor zowel de samenleving als het bedrijfsleven.

De draagkracht van de bevolking, die al onder druk staat door voortdurende koersstijgingen en inflatie, zal verder uitgehold worden.

Velen vragen zich af of maandelijkse verhogingen van energiekosten, in een land waar de wisselkoers onvoorspelbaar blijft stijgen, werkelijk houdbaar zijn.

Bedrijven zullen de kosten moeten doorberekenen, wat de prijzen van goederen en diensten verder zal opdrijven en de koopkracht van de bevolking nog verder zal verminderen.

Het besluit van de regering om energietarieven aan te passen op basis van deze drie factoren doet ook twijfels rijzen over de duurzaamheid van de energiemix.

Zonder een duidelijke strategie om de afhankelijkheid van dure brandstoffen te verminderen, kan de gemeenschap op termijn geconfronteerd worden met nog hogere kosten, die bedrijven en huishoudens in steeds grotere problemen brengen.

De vraag blijft: moeten we dit resultaat echt verwelkomen, of is het een beleidsmaatregel die in de praktijk desastreus kan uitpakken voor de Surinaamse samenleving?

Het is van groot belang dat zowel de regering als de vakbonden erkennen dat structurele oplossingen voor de energievoorziening en economische stabiliteit voorop moeten staan, om te voorkomen dat de huidige koers een onhoudbare last wordt voor de burgers in het land.

N. Mohari