Hoogtijd dat grondenrechten Inheemse- en Tribale volken worden geregeld

inheemsen

GFC NIEUWSREDACTIE- Het is hoogtijd dat de grondenrechten Inheemse- en Tribale volken bij wet worden geregeld.

Dit is wederom benadrukt in een conferentie in de Ballroom van hotel Torarica.

Tijdens deze conferentie op 16 februari hebben de commissie van rapporteurs voor de ontwerpwet Collectieve rechten Inheemse Volken en Tribale Volken samen met belanghebbende actoren van gedachten gewisseld over de conceptwet.

Aan de conferentie hebben geparticipeerd:

• Organisatie van Inheemsen in Suriname)

• Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname)

• Vereniging van Saramaccaanse Gezagsdragers)

• A Marron Kompas

• De minister van Indiaanse Zaken van de coöperatie Republiek Guyana

• Technisch secretaris van de Nationale Commissie van Inheemse Gebieden van de Republiek Colombia en de inheemse leider van Arhuaco

Parlementsvoorzitter Marinus Bee heeft in zijn openingstoespraak aangegeven dat het thans meer dan tijd is dat deze zaken wettelijk geregeld worden.

“Ik voer u terug naar het moment waarbij het vredesakkoord werd getekend in juli 1989, waarbij de inheemse en tribale volkeren hun stem lieten horen”, zegt voorzitter Bee.

In het akkoord wordt geëntameerd dat voor de marrons en inheemsen hun rechten op grond zou moeten worden erkend middels wetgeving en hun leefgemeenschappen gedemarqueerd.

Thans 25 jaar verder en vele commissies die zich over dit vraagstuk hebben gebogen verder, ligt er eindelijk een wetsontwerp klaar, dat binnen afzienbare tijd onder de hamer gaat.

“Misschien moeten we vandaag als Suriname ons geprijsd voelen, omdat we de ‘lessons learned’ van alle landen mee kunnen nemen. We hebben de mogelijkheid gekregen om met alle organisaties te praten, maar ook om te zien hoe het in Colombia is gegaan’, zegt de voorzitter van de commissie van rapporteurs, Asiskumar Gajadien.

“Nadat er gekeken is hoe het proces in andere landen is verlopen, is het besluit genomen om consultaties te houden met alle betrokkenen.”

De commissievoorzitter zegt verder dat binnen dit proces, niet alleen wetgeving van belang is, maar dat ook de institutionele- en bestuursrechtelijke zaken goed in orde moeten zijn. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de wet een dode letter wordt”, aldus de commissie voorzitter.

De OIS geeft te kennen dat de Inheemsen sinds de komst van Columbus in Zuid-Amerika worden beroofd van hun grond. Dit is een zorgelijk vraagstuk omdat het heden ten dage nog steeds geschiedt.

De inheemsen die in het verleden hun leefomgeving hebben afgestaan in ‘lands belang hebben geen voordeel aan gehad, slecht Paramaribo, de randdistricten of individuen. Geen collectieve rechten nu, betekent dat generaties niet de gelegenheid zullen krijgen om zich spiritueel noch materieel te ontwikkelen volgens de eigen normen en waarden van de Inheemsen.

Standpunt VIDS

“We willen wettelijk erkend worden voor wat we zijn. Inheemse volken binnen de staat Suriname met collectieve rechten als volk”, zegt de VIDS tijdens hun presentatie. De vereniging brengt in herinnering dat Suriname zich heeft gecommitteerd aan een aantal verdragen ten aanzien van de rechten van de mens.

Zoals de situatie er nu voor ligt, wordt het leven onmogelijk gemaakt voor de binnenlandbewoners. De jacht-en visgebieden worden steeds kleiner, vervuild en vernietigd. De wet moet daarom naar tevredenheid worden aangenomen. De Vids kijkt uit naar de verdere samenwerking met De Nationale Assemblée (DNA) om te komen tot een goed wetsproduct.

Erkenning Saamaka-vonnis

Kapitein Samuel Petrusi heeft namens de VSG het woord gevoerd. In zijn inleiding heeft de kapitein aangegeven hoe de woon-en leefomgeving van de Marron en Inheemsen wordt bedreigd. “We wonen langs een kreek en het water wordt vervuild. Wat moeten we dan drinken? We jagen in het bos om aan voeding te komen. Wat moeten wij eten als ondernemers het bos open kappen, vraagt kapitein Samuel Petrusi retorisch.

Renatha Simson is namens VSG/KAMPOS ingegaan op het Saamaka-vonnis. In het vonnis is er onder andere opgenomen dat de staat Suriname de Saamaka gemeenschap dient te erkennen als een volk met collectieve juridische handelingsbekwaamheid om de volledige uitoefening en het genot van zijn recht op collectieve eigendom te verzekeren.

De commissie van rapporteurs bestaat uit de leden; Asiskumar Gajadien, Obed Kanapé, Ronny Aloema, Ronny Asabina, Jennifer Vreedzaam, Patricia Etnel en Ebu Jones.

De vaste toehoorders zijn: Dew Sharman, Henk Aviankoi, Wilsientje van Emden, Genevievre Jordan, Remi Kanapé, Patrick Kensenhuis, Mohammad Mohab-Ali, Rabin Parmessar, Claudie Sabajo en Edgar Sampie.