Hoefdraad kwam niet opdagen, omdat hij zijn leven en vrijheid niet op het spel wilde zitten

gillmore hoefdraad e1612461983318

GFC NIEUWSREDACTIE- “Vrijdag was een kritieke dag in mijn streven naar gerechtigheid. Het was de dag dat ik voor de rechtbank moest verschijnen om vernietiging van de uitspraak van dit hof te vragen en het hof op de hoogte te stellen van mijn voornemen om in beroep te gaan.”

“Ik kan echter niet persoonlijk in dit hof verschijnen zonder onterecht mijn leven en vrijheid op het spel te zetten vanwege het gebrek aan onafhankelijkheid en respect van dit tribunaal voor fundamentele bescherming van een eerlijk proces.”

Dit zegt de voortvluchtige gewezen minister van Financiën van Suriname, Gillmore Hoefdraad, in een verklaring via zijn advocaat die verzonden is naar Starnieuws.

Het Hof van Justitie heeft het verstekvonnis van 12 jaar bevestigd, omdat Hoefdraad niet verscheen op de zitting vrijdag. Hem is ook SRD 500.000 boete opgelegd of subsidiair 12 maanden hechtenis.

Hoefdraad vindt de twaalfjarige gevangenisstraf voor tenlasteleggingen die neerkomen op politieke wrok zeer disproportioneel, zelfs als de aanklachten gegrond waren. Dit is volgens hem nogmaals een bevestiging van het gebrek aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid van dit hof in deze politieke vervolging.

Hieronder de verklaring van Hoefdraad:

Suriname heeft de grootse financieel economische shock gehad in 2015. Stelt U zich voor dat Uw inkomen 85 tot 90 procent achteruitgaat en U uw klein huishouden moet draaien. Hoe zou U dat doen?

Onderhoud van het huis, eten, onderwijs, gezondheidszorg en U gaat het met 10 of 15 procent van uw inkomen moeten doen. Denkt u zich nu in wat het betekent als het inkomen wegvalt van een land van ongeveer 600.000 inwoners.

Een land dat als ontwikkelingsland wordt aangemerkt met een fragiele structuur niet van de afgelopen 10 jaren alleen maar een fragiele structuur van tientallen jaren van onderontwikkeling. Een structuur die je niet in 5 of 10 jaar gaat wegwerken.

Wij hebben dit land draaiende geprobeerd te houden nadat praktisch alle voornaamste inkomsten van ons binnen een paar maanden volledig wegvielen.

We hebben dit land geprobeerd te redden en naar oplossingen gezocht die misschien administratief niet altijd volmaakt waren maar nooit met slechte intenties. En daarvoor veroordeelt u mij tot 12 jaar.

Er zijn opmerkingen geplaatst dat ik mij slechts focuste op hoe de salarissen te betalen eind van de maand en de vraag is: en waarop zou ik me anders moeten focussen als ik maar 10 procent van het inkomen had.

De belangrijkste focus voor mij elke maand was hoe het apparaat draaiende te houden, hoe de ziekenhuizen open te houden, hoe de scholen open te houden, hoe uw Hof van Justitie te ondersteunen, hoe de veiligheid te blijven garanderen, maar ook de steun aan de crèches, de kindertehuizen, en de gehandicapten.

Verder ook nog denkend aan de ouden van dagen hun pensioen en/of ondersteuning te geven, en zelfs sportgebeuren te kunnen garanderen. En dat moest ik doen met een fractie van een inkomen. Veroordeelt u mij daarom voor 12 jaar?

De weg van de minste weerstand was om de economie marktconform te laten gaan. Alle subsidies af te schaffen, via zeer zware devaluaties de salarissen te halveren en gewoon niet te investeren in de sociale sectoren. Maar dat hebben wij niet gedaan en dat zouden wij ook nooit doen. Daarom hebben wij tijd nog moeite gespaard om oplossingen aan te dragen.

Het heeft ons enorme inspanningen gekost. Onze regering was humaan en de focus was op het welzijn van de mens. De mens zal altijd centraal bij mij staan.

Hadden wij het omgekeerde gedaan dan waren wij beland in een situatie zoals wij het anno februari 2022 kennen. Een onleefbare situatie. Een mensonterende samenleving.

Het moge nogmaals duidelijk zijn dat ik op geen enkel moment heb gehandeld met verwerving van persoonlijk gewin in het achterhoofd. Het behartigen van de belangen van de Republiek Suriname is steeds mijn leidend principe geweest.

Ondanks de turbulente ontwikkelingen nationaal en internationaal heb ik binnen de grenzen van het mogelijke naar mijn bescheiden mening mijn bijdrage geleverd om het schip van Staat door de woelige wateren te loodsen.

Ik heb uitgebreid stilgestaan en mijn wenkbrauwen gefronst bij het wat mij betreft schokkend optreden van de Procureur- Generaal in deze kwestie.

Het handelen van de Procureur- Generaal zoals ik eerder heb verwoord, doet de vraag rijzen of niet bij voorbaat een eventuele weg naar een eerlijk proces moedwillig is afgesneden.

Conclusies van verbalisanten in processen-verbaal schijnen leidend te zijn waardoor de objectiviteit geweld is aangedaan.

Het in een vroeg stadium doen uitlekken van het dossier door het OM heeft in die periode geleid tot een ongekende hetze tegen mijn persoon, welke de proporties van criminalisering hebben aangenomen.

Er zijn tientallen voorbeelden in de wereld waarbij de regering en de centrale bank de handen constructief in elkaar slaan om een instorting te voorkomen.

Laatst nog de wereldcrisis van 2008. Men is geen governors en ministers gaan opsluiten vanwege de crisis en de aanpak van de crisis.

Het lijkt alsof in Suriname alleen ministers worden opgesloten omdat ze de Staat bevoordelen en nota bene gevangenisstraffen krijgen die zwaarder zijn dan in sommige gevallen bij verkrachters, pedofielen, en drugssmokkelaars.

Laten alle ministers van Financiën van Suriname van de afgelopen jaren komen verklaren of alle opdrachten slechts na uitkomen van missives werden uitgevoerd.

Vraagt u aan de huidige, maar ook voormalige ministers van Financiën hoe vaak, omdat de ambtelijke molen traag was, er gevraagd werd om voor te schieten in de ene of andere sector. Hoe vaak moet er niet worden ingesprongen vanwege calamiteiten.

Laten alle Governors van de Centrale Bank komen verklaren of er niet werd afgestemd met de respectievelijke minister van Financiën om bepaalde zaken voor te schieten wanneer het dringend was.

De gevangenissen zouden vol zijn aan ministers en governors en rechters en PG’s en directeuren van ziekenhuizen en landbouwers en leerlingen en studenten van scholen omdat die gelden hebben ontvangen zonder dat de missives nog gereed waren.

Men heeft aan karaktervernietiging gedaan, ik ben verguisd geworden in de pers maar ook op internationaal niveau. Er zijn brieven en e-mails verzonden internationaal, ingezonden stukken, karaktermoord gepleegd zonder feiten. Zonder bewijzen.

Waarmee wij bezig waren, was om het land te redden. Te voorkomen dat het ineenstorten.

De publieke opinie is constant beïnvloed geworden. Continu gepraat over corruptie zonder enig bewijs.

Zelfs na een veroordeling waarbij er nergens staat dat gelden te eigen bate zijn aangewend verschijnt er in de pers dat middelen ten eigen bate zijn gebruikt.

Journalisten die deze regering aanhangen, geven aan dat het een zwarte dag is voor het land is vanwege de veroordeling van ons allen in de CBvS case.

Het is werkelijk een zwarte dag voor de Surinaamse Staat, maar vanwege het feit dat er geen recht is gelezen. Een zwarte dag omdat het een politiek vonnis is. Een zwarte dag of zwarte dagen omdat ze het karakter hadden van een “show trial” Daar werd je al veroordeeld voordat de rechtszaak begon.

Ik begrijp dus ook niet waarom ik 7 maanden moest wachten voordat de rechters het OM gelijk gaven in alles. Zelfs geen enkele getuigenverklaring waarin duidelijk in de Processen-verbaal kan worden afgeleid dat er nooit sprake is geweest van een criminele organisatie, en dat ik niets wist van de getekende contracten. Zelfs hoofdverdachte Van Trikt heeft dat verklaard. En vele anderen hebben dat ook aangegeven.

Nota bene worden de 4 andere verdachten deelname aan een criminele organisatie niet ten laste gelegd, maar mijn persoon wel. Hoe logisch kan dat zijn?

Verder, ben ik het die via de RvC van de Centrale Bank de case heeft doen aanbrengen. Hoe kan ik in een criminele organisatie zitten en mezelf gaan aanbrengen. Dat snijdt toch geen hout. En de hoofdverdachte zijn straf gaat naar 8 jaar en de mijne blijft op 12 jaar. Op basis waarvan?

Mijn basismensenrechten en mogelijkheid op een eerlijk civiel proces en strafrechtelijk proces consequent geschonden.

Ik wil u vragen mij aan te geven waar in het vonnis staat dat middelen door mij te eigen bate zijn gebruikt. Verder beschuldig ik het OM van misbruik van de Anticorruptie wet. Het doel van de wet is volgens mij duidelijk weergegeven. Om benadeling van de Staat en staatsorganen door private partijen te voorkomen en te bestraffen.

Ik en ook anderen worden vrijgesproken van corruptie en we worden als zware criminelen gestraft voor een politiek economisch oordeel over het algemeen beleid en mogelijk een aantal administratieve onvolkomenheden die bovendien bij wet zijn hersteld.

Ik heb er absoluut geen spijt van geholpen te hebben een mensgericht beleid te voeren. Het getij moest slechts keren internationaal zodat we er allen als Surinamers er beter van konden worden.

Elke kleien verbetering die we voelden, hebben we geprobeerd te vertalen naar het lichten van de noden van het volk. En na de eerste zware jaren ging het vanaf 2017 er veel beter aan toe.

Dat we op de juiste weg waren ,geeft ook het IMF-rapport van 2019 weer. Wat wij deden is een schril contrast met wat de huidige regering nu uitvoert en de sociale klappen blijven vandaag dan ook niet uit. Het volk verhongert.

In mijn statement heb ik reeds aangegeven dat het om een puur politiek proces. Verder is het een ongebreidelde heksenjacht en door vakkundige manipulatie van mijn politieke tegenstanders en delen van de pers is er een massahysterie gecreëerd tegen mij.

De politieke aanvallen vanuit vooral de VHP vanaf 2015, de samenspanning tussen de VHP-top en het OM, de vernedering van mij nationaal en internationaal die ik als onacceptabel ervaar, de moord bedreigingen.

Verder een prijs op mijn hoofd nota bene op de radio door VHP-aanhangers die het ook publiekelijk kenbaar maakten, opgezweept door hun partij leiding met hun ongefundeerde uitspraken, maken dat ik me voor mijn veiligheid niet aan U zal presenteren.

Ik kan me nooit veilig voelen waar het een onderonsje is tussen politieke tegenstanders en het Openbaar ministerie die onafhankelijk moet onderzoeken.

Ik voel me zwaar aangetast in mijn basis mensenrechten. Ik werd gebrand als te zijn voortvluchtig, terwijl er nergens melding was gemaakt dat de vervolging was aangevangen met het rechtsproces.

De instaat van beschuldiging stelling was nauwelijks verkregen of ik kwam op de opsporingslijst terecht. Er was nergens aangegeven dat door een of andere procedure kon worden vastgesteld dat ik voortvluchtig was.

Een opsporing is alleen noodzakelijk als onomstotelijk komt vast te staan dat een verdachte voortvluchtig zou zijn. Ik was nog geen verdachte.

Ik ben al die tijd via mijn advocaten in de media geweest en daarnaast ben ik gelijk een kort geding begonnen tegen de onwettige procedures van de DNA.

Deze aanpak geeft meer dan duidelijk aan dat het openbaar ministerie zich wenste te lenen voor een politiek spel in plaats van onafhankelijk en onpartijdig de vervolging aan te pakken.

Veel had kunnen worden voorkomen als mijn basisrechten werden gerespecteerd en net zoals de rechterlijke macht aan hout en drugssmokkelaars, moordenaars, verkrachters, en pedofielen het recht voorbehoud om in vrijheid een mogelijke veroordeling af te wachten, vraag ik mij af waarom ik, terwijl ik geen enkel personeel voordeel heb gehad, direct moest worden gevangengenomen en zeer waarschijnlijk de eerste 30 dagen van contact met mijn advocaat zou worden beroofd.

In een rechtsstaat worden zaken op een civiele manier afgehandeld. Ik had aan alles medegewerkt en zou ook in persoon alle zaken ontzenuwd hebben.

Maar vanwege de politiek gedreven, onwettige manier waarop mijn case is afgehandeld, heb ik nooit de gelegenheid gehad om met de autoriteiten te werken en in persoon mijn gelijk te kunnen krijgen.

Nu heb ik een veroordeling die even ver is van gerechtigheid als het heel proces dat in augustus 2020 is begonnen. Ik weet nog steeds niet op basis van welke wettelijke bepalingen en op basis van welk bewijs ik tot 12 jaar ben veroordeeld.

Er is geen enkel accountantsrapport dat aangeeft waar en hoe groot het verlies van de Centrale Bank en/of van de Staat is. Er is maar 1 expert rapport en dat is het rapport Kroll, een instituut door het OM ingehuurd dat in het voordeel van de veroordeelden heeft gesproken.

Een zekere Putter, die nooit en te nimmer mijn adviseur is geweest, maar die als deel van de criminele organisatie werd gezien is plotseling van de lijst gehaald.

De heer Kromosoeto die op basis van een e-mail advies 5 jaren krijgt en Mw. Hausil die geen enkele verantwoordelijkheid heeft en geen enkele financiële transactie namens de Centrale Bank heeft afgehandeld wordt opgesloten voor 3 jaar en de directeuren lopen vrij rond.

Eind februari 2020 is er ook getrokken van dezelfde gelden door de huidige governor waar alle directie leden en de regeringscommissaris hebben getekend. Maakt dat ze ook niet strafbaar? Moesten ze geen schulden aflossen?

Het hof hamert op een email “DO JE hebt alle gebouwen in kaart laten we doortrekken dat alles overheat. Will help the budget.” Een email met zoveel fouten om 2 a.m. gestuurd. Wat daar staat, is absoluut nonsensical.

Ik vraag me af welke conclusie het Hof hieruit heeft getrokken. Is er een financiële expert erbij gehaald die heeft aangegeven waarom het gaat?

Ik word veroordeeld op basis van wetten die niet bestaan en/of wetten of artikelen van wetten waarbij er geen straf aan gebonden is.

Er is geen bestuursrecht en de corruptiewet, ofschoon ik die niet heb overtreden, kan niet worden gebruikt omdat het niet volledig is. Daarnaast heeft geen enkel artikel van de Centrale Bank wet enige betrekking op de minister van Financiën.

U geeft aan in uw vonnis: “Bij de gepleegde handelingen is steeds de Bank benadeeld en is het de Staat die voordeel heeft gehad. Niet duidelijk is hoe de besteding van de totaal aan ontvangen gelden is geweest. Derhalve is het noodzakelijk dat een strafrechtelijk financieel onderzoek wordt ingesteld. Het Hof zal daartoe machtiging verlenen.“

U veroordeelt mij in naam van de Republiek Suriname, in naam van de Staat dus, maar U geeft aan dat ik de Staat heb bevoordeeld. Dat komt tegenstrijdig over.

Terwijl de rechter-commissaris die een onderzoek doet geen verband ziet tussen mijn vermogen en deze case, vindt het hof dat er wel een onderzoek moet komen. Dat is wel uitzonderlijk.

Nog in de stukken van het OM nog in uw vonnis is er enige melding van een persoonlijke verrijking. U veroordeelt mij eerst en dan pas gaat U kijken of ik iets gestolen heb.

Het vonnis van de kortgedingrechter die ik ook in hoger beroep zal aanvechten, gaat ook tegen alle wetten in. De WIPA is heel duidelijk en geeft aan dat ik gehoord moet worden voordat het DNA een besluit neemt. Maar toch verwerpt de KG rechter mijn verzoek dat het besluit van de huidige DNA nietig moet worden verklaard omdat ik niet gehoord ben geworden en dat er al een besluit is genomen door de DNA onder leiding van Mw. Jennifer Simons.

De KG rechter geeft aan dat het schrijven van mijn advocaat wijlen Mr. Truideman reeds volstaat alsof ik ben gehoord. Ik kan dat helemaal niet vertalen.

Als de minister van Financiën volgens de nieuwgekozen DNA reeds gehoord is in deze case, dan praten we over dezelfde case.

Als het dezelfde case is dan moet DNA volgens hun eigen reglement van orde aangeven op welke gronden ze terugkomen op een eerder genomen besluit.

Als DNA zegt dat ze dat niet hoeven te doen omdat het een nieuw besluit is moeten ze volgens artikel 8 WIPA een hoorcommissie benoemen omdat ze hebben besloten geen onderzoekscommissie te benoemen. De hoorcommissie heeft geen andere taken dan horen.

De commissie onder leiding van de heer Gajadien is tegen het Reglement van Orde en het reeds genomen besluit ingegaan en heeft een eigen besluit ten aanzien van het horen genomen. En als klap op de vuurpijl heeft DNA niet beraadslaagd terwijl de wet dat hard voorschrijft.

Dit is niet alleen tegen de WIPA maar tegen alles wat ooit in DNA is afgehandeld. Er kan niet worden besloten over niets zonder beraadslaging. Er is slechts stem motivering geweest.

Op grond van al deze handelingen die notabene in strijd met de wet zijn, heeft de Voorzitter van DNA een schrijven gestuurd naar de Procureur Generaal dat DNA in openbare vergadering heeft besloten de minister (ex) in staat van beschuldiging te stellen.

Deze illegale handelingen hebben de PG de ruimte gegeven om door te gaan met het onderzoek. Ik heb een kortgeding aangespannen op basis van al deze onvolkomenheden. Het is frappant dat deze zaak als strafzaak op de rol is gekomen terwijl het hoger beroep nog niet is afgehandeld.

Ik heb mijn werk altijd naar eer en geweten gedaan. Ik heb kunnen bijdragen aan de implementatie zeer belangrijke hervormingen zowel op de Centrale Bank als op het Ministerie van Financiën. Hervormingen waarvan de opvolgende ministers en governors blijvend voordeel aan hebben.

Onder mijn ministerschap zijn er vele mooie projecten ten behoeve van het land opgestart met buitenlandse ondersteuning. Projecten die de huidige regering continueert. Dit komt ons land allemaal ten goede. Ik heb absoluut geen spijt van dat ik in een regering heb gezeten die een volksgericht beleid heeft gevoerd. In de economie staat de mens centraal.

Ik vraag daarom via mijn advocaat aan u tot het schorsen van het vonnis en voor mij de weg open te maken om in hoger beroep te gaan.

Ik deel u mede dat ik ook van alle mij ten dienste staande middelen gebruik maak om alle internationale instanties op de hoogte te stellen van mijn zaak en de manier waarop mijn mensenrechten zijn geschonden.

Vandaag is een kritieke dag in mijn streven naar gerechtigheid. Vandaag is de dag dat ik voor de rechtbank moet verschijnen om vernietiging van de uitspraak van dit Hof te vragen en het Hof op de hoogte te stellen van mijn voornemen om in beroep te gaan.

Ik kan echter niet persoonlijk in dit Hof verschijnen zonder onterecht mijn leven en vrijheid op het spel te zetten vanwege het gebrek aan onafhankelijkheid van dit tribunaal en het respect voor fundamentele bescherming van een eerlijk proces.

Mijn gerechtelijke procedures, te beginnen met de eerste stappen in het strafrechtelijk onderzoek, hebben mijn fundamentele recht op een eerlijk proces geschonden die zijn vastgelegd in de Surinaamse wet en het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarvan Suriname een staatspartij is.

Door vandaag de rechtszaal te betreden, zal ik worden geconfronteerd met een onterechte gevangenisstraf voor misdaden die ik niet heb begaan in een zaak die volledig wordt gedreven door een ongepaste externe invloed: politiek.

Ik weiger me te onderwerpen aan verdere schendingen van mijn mensenrechten om eerdere en voortdurende schendingen van mijn mensenrechten aan te vechten.

Volgens het internationaal recht kan een persoon niet worden gedwongen zichzelf te onderwerpen aan een gevaarlijk of ongepast proces om zijn rechten te verdedigen. Maar dit is precies wat dit Hof zal doen als mij het recht wordt ontzegd om in beroep te gaan omdat ik vandaag niet persoonlijk aanwezig ben.

Voor alle duidelijkheid, ik verschijn vandaag niet voor de rechtbank om mijn leven, vrijheid en persoonlijke veiligheid te beschermen vanwege de vele flagrante schendingen van mijn rechten op een eerlijk proces die tot nu toe hebben plaatsgevonden.

Deze omvatten, maar zijn niet beperkt tot: Ten eerste, Suriname heeft het principe van res judicata geschonden door mij te onderwerpen aan een tweede aanklacht voor dezelfde feiten. Volgens het beginsel van een eerlijk proces van res judicata, kunnen zaken die definitief ten gronde zijn beslist, niet opnieuw worden geprocedeerd.

Het Inter-Amerikaanse Hof heeft een krachtig standpunt ingenomen dat personen die voor specifieke feiten zijn berecht, zelfs als ze niet neerkomen op misdaden, worden beschermd tegen een nieuw proces voor dezelfde zaak.

Belangrijk, het Inter Amerikaanse Hof heeft dit principe toegepast op procedures van gerechtelijke aard die eerder zijn uitgevoerd tegenover Wetgevende Organen.

In mijn geval dupliceert het tweede aanklachtverzoek tegen mij, door de Procureur-Generaal bij de Nationale Vergadering ingediend, de vorderingen van het eerste.

Het heropenen van de stemming minder dan drie maanden nadat ik ben vrijgesproken op 19 mei 2020, is in strijd met de beginselen van res judicata.

Ten tweede, het vermoeden van onschuld waarop ik recht heb, is mij ontnomen. Ik werd berecht en veroordeeld in de media voordat ik ooit een dag in de rechtbank had doorgebracht, vanwege een meedogenloze campagne onder leiding van de VHP.

Voordat de Procureur-Generaal Panday zelfs het tweede verzoek tot aanklacht bij de DNA had ingediend, had de heer Gajadien al besloten dat ik schuldig was, en verspreidde hij die mening in de media, ondanks het feit dat hij een ‘jurylid’ was bij de stemming over het al dan niet naar voor schuiven van de aanklacht.

Ik kreeg geen eerlijk, onpartijdig proces in het DNA, en ik kreeg er ook geen in de rechtbanken, omdat ik in de pers al was veroordeeld door politici die wilden profiteren van een onterechte aanval op mij.

Ten derde, duidelijke communicatie over de aanklachten tegen mij werd mij ontzegd. Het Inter-Amerikaanse Hof heeft herhaaldelijk bepaald dat een persoon tegen wie een onderzoek loopt wegens een misdrijf, recht heeft op voorafgaande en gedetailleerde communicatie van de aanklachten tegen hem vanaf het eerste moment van het onderzoek, zodat hij zijn verdediging goed kan voorbereiden.

Bij aanvang van het onderzoek naar de heer Van Trikt heb ik mij vrijwillig als getuige aangeboden, maar werd feitelijk zonder aankondiging als verdachte verhoord. Mij is nooit verteld dat ik een mogelijk doelwit van het onderzoek was, of dat ik een raadsman moest raadplegen.

In plaats daarvan werd ik ertoe gebracht te geloven dat ik deelnam aan een klokkenluidersactie tegen corruptie, terwijl ik in feite werd opgezet voor een onterechte aanklacht ten gunste van de VHP.

Bovendien, een deel van het recht op ‘duidelijke communicatie van de aanklacht’ is dat strafrechtelijke vervolging begrijpelijk en coherent moet zijn.

De aanklacht tegen mij is niets van dien aard. Het is in plaats daarvan gebaseerd op gevolgtrekking, insinuatie en ingewikkelde aantijgingen. Ten vierde, mijn recht om me te verdedigen, werd niet gerespecteerd.

In een kritieke fase in de procedure tegen mij, namelijk de stemming over het al dan niet goedkeuren van de tweede aanklacht in de DNA, werd mij elke gelegenheid ontzegd om te worden gehoord of elke mogelijkheid om bewijs voor te leggen.

Deze weigering om mij toe te staan een verdediging op te zetten, is duidelijk in strijd met de Surinaamse wet en ook met het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Ten vijfde, deze vervolging heeft mijn recht op de integriteit van mijn persoon geschonden. Volgens het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens worden bedreigingen van iemands psychologische en fysieke welzijn beschouwd als een schending van de persoonlijke mensenrechten.

Deze onrechtvaardige strafrechtelijke vervolging heeft mijn persoonlijke en professionele reputatie en mijn gevoel van veiligheid nagenoeg vernietigd.

Ik kan niet eens in de rechtbank verschijnen om mezelf persoonlijk te verdedigen, omdat ik in Suriname ben beroofd van een eerlijk gerechtelijk proces vanwege de politieke aard van de aanklachten en de procedures tegen mij.

Ik ben zelfs het doelwit van een burgerwachtpremie, ‘gezocht, dood of levend’, aangekondigd in een radioprogramma met een Surinaams publiek, een resultaat van de wraakzuchtige, opruiende taal die door voormalige politieke tegenstanders werd gebruikt om mij in de media te ondermijnen.

En uiteindelijk ben ik veroordeeld tot een twaalfjarige gevangenisstraf voor tenlasteleggingen die neerkomen op politieke wrok die zeer disproportioneel is, zelfs als de aanklachten gegrond waren.

Dit is nogmaals een bevestiging van het gebrek aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid van dit Hof in deze politieke vervolging.

Als mij het recht wordt ontzegd om in beroep te gaan tegen mijn zaak omdat ik vandaag niet persoonlijk ben verschenen, dan zal dit Hof in strijd zijn met het Amerikaanse Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 8, lid 2, onder h), dat het recht garandeert om in beroep te gaan tegen een uitspraak voor een hogere rechtbank.

Zoals opgemerkt, staat het internationaal recht niet toe dat iemand zijn rechten wordt ontnomen – in dit geval het recht om in beroep te gaan – omdat de persoon weigerde zichzelf te onderwerpen aan een onrechtvaardig proces om dat recht uit te oefenen.

Om deze redenen blijf ik het recht behouden om in beroep te gaan tegen de uitspraak van deze rechtbank en zal ik dat recht uitoefenen.

Statement Gillmore Hoefdraad via advocaat Murwin Dubois.