Wanneer je een buitenlander vraagt naar de Surinaamse keuken, is de kans groot dat het eerste antwoord “roti” is.
Het lijkt haast alsof het gerecht in Suriname is ontstaan, zo sterk is het ermee verbonden. Toch is roti helemaal niet van oorsprong Surinaams.
Suriname is een land van vele smaken, letterlijk. De diversiteit van de bevolking heeft een keuken opgeleverd die uniek is in de wereld.
Van Javaans tot Creools, van Chinees tot Hindoestaans – elke groep bracht iets mee. En juist daardoor kon roti uitgroeien tot wat het nu is: hét nationale comfortfood.
Het woord roti komt uit het Sanskriet en betekent simpelweg brood. Een platte, ronde schijf van bloem en water, gebakken op een hete plaat.
In landen als India, Trinidad, Fiji en Guyana kent roti verschillende vormen. De ene keer zonder vulling, droog en luchtig. De andere keer juist vol met spliterwten, kruidig en zacht.
Maar de Surinaamse variant? Die is op zichzelf een maaltijd.
Volgens lifestylekenner Patricia Wong is het vooral die combinatie van smaken en structuren die Surinaamse roti zo geliefd maakt.
De roti wordt vaak gevuld met gele spliterwten, geserveerd met kerriekip, aardappel, ei en kousenband.
Alles op één bord, met Surinaamse masala die anders smaakt dan de garam masala uit India.
In Trinidad noemen ze het een ‘roti wrap’. In Fiji eten ze het vooral met vis. In India is het vaak simpel en droog.
Maar in Suriname is roti geen bijgerecht. Het is een beleving.

Jennifer Atmo is de hoofdredacteur bij GFC Nieuws. Ze beschrijft zichzelf als een echte Surinamekenner en heeft een passie voor lifestyle en entertainment-onderwerpen. Buiten haar rol in de media is Atmo tevens de voorzitster van KIVC, een organisatie die zich inzet voor maatschappelijke zaken.
Voor contact: jennifer@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.