Halfzachte aanpak faalt, tref hardere maatregelen tegen prijsgraaiers!

prijsverhoging

De recente acties van de Economische Controle Dienst (ECD) van het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) tegen prijsopdrijving en gebrekkige prijsaanduiding in supermarkten zijn zonder meer toe te juichen.

In de afgelopen weken heeft de ECD in gebieden zoals Powaka en Republiek verschillende supermarkten tijdelijk gesloten naar aanleiding van klachten van bewoners. Deze acties, gericht op het beschermen van de consument, zijn noodzakelijk en langverwacht.

Toch blijkt deze aanpak niet voldoende om een blijvende verandering teweeg te brengen. De bevolking voelt zich nog steeds uitgeknepen door handelaren die misbruik maken van hun positie, en dagelijkse meldingen van prijsopdrijving bevestigen dat huidige sancties niet effectief genoeg zijn om het probleem bij de wortel aan te pakken.

Het tijdelijk sluiten van winkels of het voor enkele dagen intrekken van vergunningen lijkt niet als afschrikmiddel te werken.

De lage boetes en korte sluitingsperioden bieden geen sterke financiële of operationele prikkel voor supermarkteigenaren om daadwerkelijk veranderingen door te voeren.

Om ervoor te zorgen dat deze praktijken daadwerkelijk verminderen, moet de regering overwegen de wet verder aan te scherpen en hogere boetes in te voeren.

Financiële straffen zouden substantieel genoeg moeten zijn om handelaren serieus te ontmoedigen. Daarnaast zouden frequente overtreders, naast hogere boetes, mogelijk te maken moeten krijgen met langdurige schorsing of permanente intrekking van hun vergunning.

De huidige structuur van de ECD lijkt echter onvoldoende uitgerust om landelijk effectief te kunnen optreden tegen prijsopdrijving.

De dienst voert haar controles uit binnen beperkte gebieden, wat betekent dat prijsmisbruik in andere delen van het land vaak ongemoeid blijft.

Dit stelt handelaren buiten de gecontroleerde regio’s in staat om te blijven profiteren van de consument zonder angst voor repercussies.

Om daadwerkelijk een einde te maken aan deze praktijken, is het essentieel dat de ECD meer middelen en personele ondersteuning krijgt om haar werk effectief en landelijk te kunnen uitvoeren.

Suriname verdient een beschermende consumentenmarkt waarin burgers niet worden uitgebuit door opportunistische prijsopdrijving.

Zonder strengere handhaving en een landelijke inzet blijven consumenten kwetsbaar, en zal de kloof tussen de economische realiteit van de bevolking en de prijzen die zij betalen alleen maar toenemen.

De tijd is rijp voor actie die verder gaat dan symbolische sluitingen – het is tijd voor een structurele hervorming van de regelgeving en een nationale inzet voor een eerlijke markt.

Ben M.D.