De discussie over de 22 hectare grond in Saramacca is niet het eerste incident waarbij de naam van VHP-assembleelid Mahinder Jogi valt in verband met grondtoewijzing.
Door de jaren heen heeft Jogi blijkbaar een aanzienlijke hoeveelheid domeingrond weten te vergaren, en zelfs binnen zijn eigen partij is hier onrust over ontstaan.
Diverse VHP-partijgenoten hebben hem hier al eerder van beschuldigd en openlijk hun zorgen uitgesproken. Maar in plaats van zich te verantwoorden of verheldering te bieden, lijkt Jogi de beschuldigingen eenvoudigweg van zich af te schuiven en kritiek af te doen als een ‘politieke aanval’.
Dat de kritiek niet alleen van de oppositie komt, maar ook binnen Jogi’s eigen partij leeft, is een serieuze aanwijzing dat deze zaak niet zomaar kan worden afgedaan als “obstructie door de NDP,” zoals hij beweert.
VHP-partijgenoten hebben zich eerder uitgesproken over zijn groeiende grondbezit en vermoeden dat deze niet altijd op de meest transparante wijze zijn verlopen.
Deze interne verdeeldheid wijst op een diepere problematiek: de bezorgdheid dat publieke domeingrond steeds meer in handen van politieke insiders terechtkomt, terwijl gewone burgers al jaren wachten op een stuk grond om een woning op te kunnen bouwen.
Jogi’s verweer
Jogi beweert dat de grond in Saramacca bedoeld is voor burgers die daar een woning willen bouwen, en dat zijn betrokkenheid slechts draait om het ondersteunen van deze aanvraag.
Maar deze verklaring klinkt hol in het licht van zijn bekende verzamelwoede voor grote stukken domeingrond. Waarom vraagt juist hij, als parlementslid, deze grond aan? En als dit echt bedoeld is voor de burgers, waarom ontbreekt dan elke transparantie over wie de uiteindelijke begunstigden zijn?
Bovendien roept zijn verweer vragen op over de daadwerkelijke toewijzingsprocedure. Is er controle geweest op de betrokken burgers en hun werkelijke behoefte aan grond? En waarom wordt deze toewijzing niet geleid door een onafhankelijke instantie?
Jogi’s claims van filantropische motieven houden weinig steek wanneer hij de afgelopen jaren juist opvallend veel domeingrond aan zijn eigen bezit heeft toegevoegd.
Grondpolitiek, wantrouwen en ongelijkheid
De beschuldigingen richting Jogi leggen een al lang bestaande pijn bloot: domeingrond wordt in Suriname vaak niet op eerlijke en transparante wijze verdeeld.
Dit creëert niet alleen een oneerlijk speelveld, maar wakkert ook wantrouwen aan tegenover politici die posities en publieke middelen lijken te misbruiken voor persoonlijk gewin.
Het is onacceptabel dat juist parlementsleden, die geacht worden de belangen van het volk te vertegenwoordigen, zelf steeds grotere stukken domeingrond verwerven terwijl de gewone burger in de kou blijft staan.
Het is niet de eerste keer dat deze kwestie aan de orde komt. Politieke insiders en hun familieleden hebben vaker profijt getrokken van grondtoewijzingen, waarbij grote stukken domeingrond onder de vlag van ‘volksprojecten’ werden verworven.
Zolang de grondtoewijzing een politiek proces blijft en er geen onafhankelijk toezicht is, zullen dergelijke beschuldigingen blijven opduiken en het vertrouwen van de burger in zijn overheid verder uithollen.
Ben M.D.
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud