Geen bewijs voor Amerikaanse druk op Nederland bij onafhankelijkheid Suriname

onafhankelijkheidsplein paramaribo suriname

In een populaire Nederlandse podcast werd vorige week gesuggereerd dat de Verenigde Staten druk uitoefenden op Nederland om Suriname en Indonesië onafhankelijk te maken.

Uit onderzoek van GFC Nieuws blijkt echter dat deze bewering niet klopt.

Het besluit om Suriname in 1975 zelfstandigheid te geven was een strategische keuze van de Nederlandse regering zelf onder leiding van premier Joop den Uyl.

De belangrijkste motivatie was het idee dat het houden van koloniën niet meer in het tijdsbeeld paste.

Bovendien speelde de toenemende migratie van Surinamers naar Nederland een grote rol in de besluitvorming.

Het kabinet hoopte dat een onafhankelijk Suriname de bevolking zou aanmoedigen om in eigen land te blijven en een toekomst op te bouwen.

Deze strategie draaide echter uit op een fiasco. Rond en na de onafhankelijkheid ontstond er juist een massale migratiestroom naar Nederland.

Veel Surinamers maakten gebruik van de mogelijkheid om zich voor de onafhankelijkheidsdatum als Nederlands staatsburger te vestigen.

Angst voor politieke instabiliteit en economische onzekerheid in een zelfstandig Suriname voedde deze beweging.

Hoewel internationale ontwikkelingen, waaronder de bredere context van dekolonisatie, mogelijk indirect invloed hebben gehad, is er geen bewijs dat de VS directe druk op Nederland heeft uitgeoefend.

De keuze voor onafhankelijkheid was een interne beslissing van Nederland en Suriname.

De suggestie in de podcast mist een feitelijke onderbouwing en overschaduwt de mislukte strategie van de Nederlandse regering, die averechts uitpakte en leidde tot een grotere migratiestroom dan verwacht.