GBB-minister weer in de fout, generaal pardon voor illegale houtkap staat haaks op Wet Bosbeheer

justitia vrouw

GFC NIEUWSREDACTIE- Minister Dinotha Vorswijk heeft volgens het Openbaar Ministerie (OM) verkeerd gehandeld door een generaal pardon toe te kennen voor illegale houtkap.

De minister zou een generaal pardon hebben gegeven aan mensen die zich schuldig maken aan illegale houtkap in de periode tussen april 2022 – april 2023. Daarin is opgenomen dat er geen strafmaatregelen kunnen worden getroffen.

Het OM wijst erop dat dit haaks op de Wet Bosbeheer staat; derhalve zal de naleving van hout-kap voorwaarden gehandhaafd worden.

Hieronder een verklaring van het OM:

Naar aanleiding van uitspraken gedaan in de media alsof de waarnemend Procureur-Generaal een maatregel heeft getroffen waarbij er geen houtkap mag plaatsvinden, reageert het Openbaar Ministerie als volgt:

Het Openbaar Ministerie heeft kort geleden kennis genomen van een “Generaal Pardon” welke door de Minister van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), Dinotha Vorswijk, is verleend terzake illegale houtkap geldende vanaf april 2022 tot en met april 2023, waarbij tevens is beslist dat tegen illegale houtkap geen strafmaatregelen getroffen mag worden. Met illegale houtkap wordt bedoeld bomen vellen zonder in het bezit te zijn van een vergunning daartoe.

Een “Generaal Pardon” zoals eerder genoemd staat haaks op de Wet Bosbeheer. Dit is niets anders dan met een simpele brief de Wet Bosbeheer terzijde leggen, zonder een wettelijke grondslag.

De Wet Bosbeheer valt onder de Wet Economische Delicten en de wet heeft duidelijk aangegeven dat terzake illegale houtkap strafmaatregelen kunnen volgen.

Het Openbaar Ministerie benadrukt dat zij geen enkele maatregel heeft getroffen die buiten de wet valt en stelt het belang van een duurzaam bosbeheer voorop, conform de wet.

Illegale houtkap heeft tot gevolg dat ongecontroleerde houtkap plaatsvindt, met grote risico’s voor kaalkap, terwijl juist de Wet Bosbeheer duurzaam bosbeheer voorop stelt.

Derhalve heeft SBB op basis van de Wet Bosbeheer de bevoegdheid de concessievoorwaarden aan elke concessionaris schriftelijk mee te geven, alsook de naleving van deze voorwaarden te handhaven.