Franse lessen voor basisschoolleerkrachten binnenland

Foto 1 Frans project 1024x768 1

GFC NIEUWSREDACTIE- Na een succesvol oriëntatiebezoek naar Stoelmanseiland om het traditioneel gezag in het Surinaamse binnenland en de leerkrachten op de hoogte te stellen van de training in de Franse taal, was het de beurt aan Albina en Galibi om ingelicht te worden over het project.

Een delegatie van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) en een vertegenwoordiger van de UNICEF hielden op 6 februari, in het Nucleus centrum te Albina, bij het commissariaat te Christiaankondre, informatiesessies. Ook hier werd er enthousiast gereageerd op het project.

De directeur van het Beroepsonderwijs, Gracia Valies-Ormskirk zei dat er met dit project zal worden voorzien in een behoefte. “Jullie zullen de kinderen in hun taal de basisdingen kunnen uitleggen. Hierdoor kunnen ze makkelijker komen in onze schooltaal, het Nederlands.” De directeur vervolgde dat personen het best bereikt worden via hun moedertaal.

Faisel Tjon A Loi, vertegenwoordiger van de UNICEF, gaf aan dat deze samenwerking de leerlingen en het taalbeleid van het MinOWC moet sterken. ‘Samen met u, de leerkrachten, willen wij de leerlingen beter ondersteunen om zo het taalbeleid van het ministerie te helpen uitvoeren”. Leerkrachten die lesgeven in leerjaar een tot en met vier zijn uitgekozen om getraind te worden.

Kapitein Richardo Pané Van Christiaankondre reageerde verheugd op de komst van de MinOWC delegatie maar wel met de nodige reserve. “Mi breti fu sji unu want sma no e kon luku unu makkelijk”. Hij zei dat hij blij was de kans te krijgen om enige uitdagingen van het gebied te bespreken. Hij vroeg om continuïteit te waarborgen voor het project. Het gebeurt volgens hem te vaak dat er initiatieven worden ontplooid in het gebied maar dat ze stoppen er vanwege gebrek aan middelen.

Pané deed ook het verzoek dat niet alleen leerkrachten maar ook bestuursambtenaren deel mochten nemen aan de lessen omdat die vanwege hun werk de Franse taal ook wel nodig hadden. Het MinOWC en de UNICEF bekijken de mogelijkheden hiervoor.