INGEZONDEN– Bij het bepalen van het monetaire beleid, kan een land kiezen uit: zelfstandig monetair beleid, vrij kapitaalverkeer en een vaste wisselkoers. Volgens het trilemma van het monetaire beleid zijn maar twee van de drie keuzes tegelijkertijd mogelijk.
Wat zit achter zo’n regeringskeuze?
Zoals gebruikelijk is bij politiek-wetenschappelijke verklaringen, moeten we bij onze zoektocht naar het antwoord op zulke vragen, speuren naar de onderliggende machtsverhoudingen, belangenstructuren, ideologieën en beleidsideeën.
Waar stond de CBvS voor tot mei 2020?
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) opereerde van 1956 tot en met mei 2020 in een sociaaleconomisch milieu waarin groei en rechtvaardige verdeling de meest voorkomende doelstellingen waren.
Het beleid van de bank moest aan deze nationale doelstellingen elke keer worden aangepast, zonder daarbij een zo harmonisch mogelijke realisatie van de overige -niet minder belangrijke- algemeen aanvaarde doelstelling van het sociaaleconomische beleid uit het oog te verliezen, met name: handhaving van een stabiel prijsbeleid, het scheppen van voldoende werkgelegenheid en het handhaven van een evenwicht op de betalingsbalans.
Dit betekende dat de Centrale bank van Suriname meer als voorheen actief moest meewerken aan het opbouwen van een zodanige financiële infrastructuur, dat de sociaaleconomische ontwikkeling zoveel mogelijk uit eigen besparingen kon worden gefinancierd. Deze taak hangt nauw samen met de andere taken van de bank en is bovendien een uitvloeisel van het beginsel ”self- reliance” waarvoor de regering zich nadrukkelijk heeft uitgesproken. (Bron: Toelichting bankwet 1956)
Dit beleid is door onbegrijpelijke redenen door de rechter strafbaar gemaakt op 31 jan 2021 en daarnaast is deze doelstelling uit de nieuwe bankwet gehaald.
Wat wil de regering hiermee bereiken?
De huidige regering heeft een van de Westerse systemen gekozen voor de Centrale bank van Suriname, bedacht door Margaret Thatcher en Ronald Reagan, wat inhoudt dat het bankwezen alleen door de particuliere sector gereguleerd moet worden, zodat op deze manier de regering een democratie in een oligarchie kan veranderen. Het oligarchisch kapitalisme waar we het huidige heersende systeem mee aan kunnen duiden.
In de oligarchische vorm van kapitalisme is de topprioriteit niet nationale groei, maar het vermeerderen van de rijkdom en de macht van de elites. Dit type van kapitalisme is zichtbaar in Rusland en in de meeste landen van Zuid-Amerika en Afrika volgens econoom Robert Litan.
In een Oligarchie gaat men de schulden reduceren om het economisch evenwicht te herstellen voor een klein groepje mensen die behoort tot de bevoorrechte klasse en stand.
“Europese afdeling van het IMF gaat steeds meer deze richting van kapitalistische overtuiging in” (bron wetenschappelijk bureau groen links)
Het heeft de attributen van democratie omdat je kunt stemmen maar ze werken voor het banksysteem en vertegenwoordigen de oligarchie. Het is wat men in de 19e eeuw een schijndemocratie noemt.
Hierdoor heeft de regering een banksysteem gecreëerd voor de CBvS die handelt namens de bankiers en heeft niet meer in hun doelstelling om de economie te laten groeien zodat de schuldenlast kleiner kan worden zoals het eigenlijk hoort.
De schuldenlast kun je voor een regering niet kwijtschelden, dat is een erfenis uit het Romeinse recht. De overheidsschuld in eigen land kan niet failliet gaan, omdat regeringen het geld gewoon kunnen drukken door de CBvS om er geld mee te verdienen voor een elitegroep waardoor de koers blijft stijgen en/of gewoon weigeren om de schuld te betalen.
Dat laatste betekent dat de schulden steeds groter zullen worden om afbetaald te worden en hiermee kun je op den duur je land verspelen, de vrijheid van de soevereine staat verspelen en je middelen van bestaan verliezen.
Econoom Fernand Braudel hanteert een mooi onderscheid tussen kapitalisme en markteconomie. “Die markteconomie”, beschreven als doodgewoon en robuust, wordt in zijn beeld gekenmerkt door transparantie en een dagelijkse uitwisseling op de markt, met producenten en detailhandelaren als voornaamste actoren, zonder veel tussenliggende raderen.
Bij het kapitalisme ligt dat anders geeft hij aan. Daar ontbreekt volgens Braudel die transparantie. Het kapitalisme wordt gekenmerkt door speculatie en door lange, complexe ketens van uitwisseling, een fundamentele ongelijkheid tussen handelende partijen, kolossale winsten, accumulatie (ophoping) van kapitaal, met als gevolg dat de grote omvang van hun vermogens de kapitaalbezitters in staat stelt een bevoorrechte positie te verwerven en een macht monopoliepositie in te nemen.
Voor econoom Rushkoff is het kapitalisme dat alles in zijn klauwen neemt, ons leven gaandeweg in steeds meer opzichten gaat beheersen. Dat blijkt ook uit de titel van zijn boek: Life Inc.
Schrik niet wat een belangrijke econoom Michael Hudson aangeeft over dit systeem en wat in mijn ogen herkenbaar is geworden voor Suriname:
“Als we in de geschiedenis de komende 3 tot 5 jaar vooruitlopen wil dat zeggen, dat aan het einde ervan de meeste gewone mensen verder zullen worden verarmd en macht en autoriteit zullen steeds meer geconcentreerd zijn in de rijke elite die het bank- en politieke systeem bezitten.”
“Dit idee van economische evenwicht creëren heeft het nodig dat veel mensen sterven” “Zelfs zonder een ‘probleem’ van de sociale zekerheid.” “Dit systeem is al uitgevonden in de Romeinse oudheid”.”
Er is geen sprake meer van Sociale vrijheid omdat de regering geen enkele ambitie heeft om gelijke kansen voor mensen te bevorderen”.
“Als er armoede is, stijgen de zelfmoordcijfers en versnelt de emigratie. Je kunt naar Griekenland in de afgelopen vijf jaar kijken om te zien wat er gebeurt als een economie schulden heeft. De levensduur wordt korter, mensen worden ziek, het aantal zelfmoorden stijgt”
“De sleutel van de vrijemarkteconomie is dat je geen vrije markt kunt opleggen tenzij je iedereen kunt uitsluiten die het niet met je eens is en laat zien hoe een vrije markt de economie zal polariseren en tot bezuinigingen zal leiden.”
“Om Chili een vrije markt op te leggen, bijvoorbeeld, gaven ze de politie van generaal Pinochet toestemming om arbeidersleiders, voorstanders van landhervorming, te vermoorden en om elke economische afdeling in Chili te sluiten, behalve de Katholieke Universiteit die het Friedmanite Chicago-dogma onderwees”. (Milton Friedman was een Amerikaanse econoom en voorvechter van vrijemarktkapitalisme en een beperkte overheid.)
Daarom worden andersdenkende op dit moment in Suriname gecriminaliseerd en zelfs opgesloten en heeft de regering absoluut geen behoefte om de zorgtaken op zich te nemen zoals de gezondheidszorg en het onderwijs op peil houden, sociaal vangnet te vergroten en gelijke kansen en rechten voor iedereen aan te bieden. De VN-Bill of Human Right wordt niet meer nageleefd, controlesystemen zijn in de handen van enkele machthebbers gekomen en scenario’s worden uitgedokterd om hun doel te bereiken. Alleen de sterke zullen overleven.
“Libertarisme is totalitair” geeft Hudson hierover aan.
Betekenis libertarisme: radicale vorm van het liberalisme waarbij individuele vrijheid het allerhoogste goed is en de overheid het liefst geheel zou worden afgeschaft.
Betekenis Totalitair: alles gericht op één doel. In een staat b.v. waar alles ondergeschikt is gemaakt aan het staatsidee, meestal een dictatuur.
De consequentie daarvan is juist dat vrijheid voor de burgers ernstig zal worden aangetast.
“De Romeinen beschreven Liberty (Vrijheid) als het vermogen om te doen wat je wilt. Ze zeiden dat dit betekende dat alleen de rijke mensen Vrijheid konden hebben om te doen wat ze willen, inclusief het afschermen en beroven van debiteuren en andere mensen van hun Vrijheid”
Door machtswellust is er een denkfout gemaakt door enkele regeringsleiders omdat het een feit is dat Suriname als ontwikkelingsland niet bij die rijken hoort in de wereld die kunnen doen wat zij willen.
Die westerse rijken willen juist van het land Suriname profiteren, het afschermen, onze grondstoffen roven en daardoor onze vrijheid ontnemen.
,
Zoals “Hudson” aangeeft hebben wij als land juist een “socialistisch markteconomie beleid” nodig om uit de internationale onderhandelingen, over onze grondstoffen, profijt te halen waarin groei en rechtvaardige verdeling voorop staan.
Ronny Brunswijk heeft nu de kans gegrepen om als waarnemend president de banken en cambio’s, in niet te verstaande woorden te waarschuwen dat men niet met dit oligarchisch kapitalistisch systeem door kan gaan waar alleen een bepaalde groep beter van wordt.
De governor van de CBvS geeft duidelijk aan dat de keuzes van enkele regeringsleiders heeft geleid dat de eigenlijke taak van de centrale bank wordt aangetast en dat de koers daardoor o.a. ernstig stijgt.
Zoals we al hebben gezien duldt de president hierin geen tegenspraak. Zou het een scheuring kunnen betekenen binnen de coalitie? Misschien is er toch nog hoop aan de horizon?
Marie-Louise Vissers
Advies, consultatie en politiek development bureau Mawini
S. Gallant maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com