Districtscommissarissen als verkiezingspionnen?

dcs-01-1024x681

Met de verkiezingen om de hoek worden politieke manoeuvres steeds doorzichtiger.

De recente benoeming van Mitchel Wongsodikromo en Rianto Kasanmoesdiran als districtscommissarissen (dc’s) lijkt minder een bestuurlijke noodzaak en meer een strategische zet van president Chan Santokhi.

Voor slechts twee maanden een nieuwe functie? Waarom plots deze haast?

Het benoemen van deze twee functionarissen, beiden verbonden aan de VHP, voedt de kritiek dat de regering etnische groepen slechts erkent wanneer hun stem nodig is.

De Javaanse gemeenschap, jarenlang ondergewaardeerd in het politieke landschap, lijkt nu plots een sleutelrol te spelen.

Maar het is naïef te denken dat deze benoemingen puur uit waardering voortkomen. Dit is geen erkenning, maar verkiezingsstrategie.

Ondertussen blijven ex-dc’s die geen functie meer bekleden, wél hun salaris ontvangen. Een inefficiënte en dure aanpak, vooral in een land waar elke Surinamer de economische crisis dagelijks voelt.

Deze benoemingen passen in een patroon waarin regeringsleiders vlak voor verkiezingen plotseling interesse tonen in achtergestelde groepen.

Wat betekent dit voor de Javaanse gemeenschap? Dat hun belangen pas meetellen als de stembus nadert? Dit opportunisme is doorzichtiger dan ooit, en de kiezer prikt er steeds vaker doorheen.

Op 25 mei ligt de macht bij het volk. De vraag is of de Javaanse gemeenschap en andere kiezers zich laten paaien door politieke bliksemafleiders, of dat ze een langetermijnvisie eisen in plaats van verkiezingspopulisme.

Allan Moesnadi