Dharm Mungra werpt vragen op over integriteit bij Van ’t Hogerhuysstraat aanbesteding

Mungra Dharm

De gunning van het rehabilitatieproject van de Van ’t Hogerhuysstraat heeft geleid tot grote verontwaardiging.

DNL-voorzitter Dharm Mungra wijst aan GFC Nieuws erop dat er, op basis van onbegrijpelijke en absurde argumenten, gekozen is voor een inschrijver die maar liefst 3.380.000 Amerikaanse dollars meer heeft geboden dan de laagste inschrijver.

Dit besluit roept ernstige vragen op over de integriteit van het proces en de betrokken evaluatiecommissie.

In een eerder artikel, gepubliceerd op 30 juli 2024, wees Mungra al op de ernstige tekortkomingen en de corruptie binnen het projectbeheer in Suriname.

Hij benadrukte de “onfrisse rol” van zogenaamde evaluatie- en gunningscommissies bij grote ontwikkelingsprojecten, waarvan vele uit de periode van het NDP-regime dateren.

Corruptie bij de toewijzing van grote opdrachten was destijds een constant probleem.

Helaas ontdekte de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) pas na jaren dat de zogenaamde Project Implementation Units (PIU’s) slechts marionetten waren die het vuile werk van corrupte autoriteiten uitvoerden.

Mungra benadrukt dat ondanks de waarschuwingen van de IDB, de autoriteiten de PIU-bemanning niet hebben vervangen en op dubieuze wijze zijn doorgegaan.

Zelfs de IDB zelf uitte ernstige twijfels over de vertrouwelijkheid van de aanbestedingsdocumenten bij de eerste aanbesteding van dit project.

Het schenden van de geheimhoudingsprincipes werd door de IDB als een duidelijke indicatie van systematische corruptie gezien.

De evaluatie- en gunningscommissies, die vaak functioneren als marionetten van corrupte autoriteiten, staan opnieuw onder vuur.

Ondanks de eis van de IDB om nieuwe commissies in te stellen voor toekomstige projecten, koos de overheid ervoor de dubieuze commissie te handhaven.

Dit leidde tot een advies om het project te gunnen aan Kuldipsing Infra, een relatief jonge aannemer die weinig ervaring heeft met grote wegenbouwprojecten, in plaats van N.V. Baitali, die met een bewezen staat van dienst van meer dan 50 jaar in civiele techniek en infrastructuur een veel realistischere aanbieding had gedaan.

Bij de heraanbesteding op 10 december 2024 dienden vier bedrijven hun offertes in. N.V. Baitali bood een bedrag van 19.323.391 miljoen Amerikaanse dollars, wat slechts marginaal lager was dan het bod van de tweede inschrijver, een Chinees bedrijf. Dit wijst op een realistische en marktconforme aanbieding.

Tot grote verbazing werd echter geadviseerd het project te gunnen aan Kuldipsing Infra voor een bedrag van 22.711.967 miljoen Amerikaanse dollars, een verschil van maar liefst 3.388.576 Amerikaanse dollars.

De argumenten van de evaluatiecommissie om de laagste inschrijver te diskwalificeren, zijn niet alleen onjuist, maar ook absurd, zegt Mungra.

Er is volgens hem sprake van verdraaiingen, misinterpretaties en foutieve berekeningen, wat de indruk wekt van opzettelijke manipulatie.

Daarnaast werd afgeweken van het gebruikelijke puntensysteem, dat normaal wordt gehanteerd bij internationaal gefinancierde projecten, wat de geloofwaardigheid van het proces verder ondermijnt.

Ondanks eerdere toezeggingen van de regeringsleider om met de IDB te overleggen en een eerlijke aanbestedingsprocedure te waarborgen, blijkt deze toezegging in de praktijk niet te worden nageleefd.

Dit roept de vraag op of er daadwerkelijk een streven is naar transparantie, of dat corruptie en vriendjespolitiek nog steeds de boventoon voeren.

Mungra doet een dringende oproep tot actie: “Het is hoog tijd dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen en dat er een einde komt aan deze onaanvaardbare praktijken.”

“Alleen door integriteit en transparantie centraal te stellen, kan het vertrouwen van het volk worden hersteld.”