Dharm Mungra heeft grote twijfels bij SWM’s vermogen om IDB lening juist te besteden

Mungra Dharm

De Surinaamse Waterleiding Maatschappij (SWM) heeft een lening van US$ 25 miljoen verkregen van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) om haar productiecapaciteit te verbeteren.

Deze financiële injectie heeft tot een mengeling van reacties geleid, vooral vanuit politieke hoek.

Dharm Mungra, voorzitter van de Surinaamse politieke partij DNL, heeft in gesprek met GFC Nieuws zijn bezorgdheid geuit over deze financiële ontwikkeling. Hij benadrukt de inconsistentie in de benadering van financiële zaken door de regering.

“Het is onbegrijpelijk dat minister Raghoebarsing grote bezwaren heeft geuit tegen het overboeken van de beloofde US$ 7 miljoen naar de SWM, vanwege de sterke mogelijkheid dat deze gelden verkeerd aangewend zouden kunnen worden. Maar tegelijkertijd is de SWM nu bezig met een aanzienlijk grotere lening van de IDB van US$ 25 miljoen,” verklaart Mungra.

De voorzitter uit zijn zorgen over het beheer van deze aanzienlijke som geld en vroeg zich af of er een onafhankelijk controleorgaan zal komen om toezicht te houden op de besteding ervan.

Hij wijst op de reputatie van corruptie binnen staatsbedrijven en geeft aan dat er vrees bestaat dat deze lening een ‘njang patu’ zal worden voor enkelen, zonder dat het algemene belang van de Surinaamse bevolking gediend wordt.

De DNL- topman stelt ook vragen over de terugbetaling van de lening en de impact die dit zal hebben op de watertarieven.

“Hoe gaat de SWM deze lening terugbetalen zonder dat de last direct op de schouders van de consumenten wordt gelegd? Er bestaat een reële kans dat de watertarieven aanzienlijk zullen stijgen, wat een extra last zal zijn voor de burgers van Suriname,” voegt hij toe.

Tot slot benadrukt Mungra het belang van transparantie en doelmatigheid in de besteding van publieke middelen.

Hij roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar de kostprijs van water in Suriname, daarbij verwijzend naar publicaties die suggereren dat de kostprijs van water in sommige Zuid-Amerikaanse landen onder de 30 SRD per kubieke meter ligt.

“In een zoetwaterrijk land als Suriname moet een lage kostprijs haalbaar zijn, zeker als er gebruik wordt gemaakt van reeds afgeschreven machines en apparatuur,” concludeert de politicus.

De kwestie rondom de lening en de daaraan gerelateerde zorgen benadrukken de noodzaak van transparantie, verantwoordelijkheid en een strategische benadering bij het beheer van publieke fondsen, vooral in sectoren die van vitaal belang zijn voor de basisvoorzieningen van het land.