De uitverkoop van Suriname door politieke elites

chan santokhi en ronnie brunswijk inheemsen indianen grondenrechten

De recente goedkeuring van het gewijzigde staatsbesluit over grondconversie, waarbij percelen van maximaal 2500 vierkante meter worden omgezet naar maximaal 2 hectare en zelfs terreinen voor zakelijke en industriƫle doeleinden worden toegevoegd, is een ingrijpende beslissing.

Deze wijziging, die door de meerderheid van de Staatsraad werd goedgekeurd, roept echter ernstige zorgen op over de concentratie van landbezit in de handen van politieke elites en hun loyalisten.

Er is een groeiende vrees dat deze beslissing een uitverkoop van Suriname kan betekenen, waarbij grote lappen overheidsgrond in handen komen van vrienden, familie en politieke bondgenoten van de machthebbers.

Het politieke systeem in Suriname is reeds vaak bekritiseerd vanwege de invloed die politieke elites hebben op besluitvorming en het beheer van publieke middelen. De wijziging van het grondconversiebesluit vergroot deze bezorgdheid.

In plaats van land te verdelen ten gunste van de bredere bevolking, lijkt het erop dat de regering het als een middel gebruikt om loyaliteit te belonen.

Er is een reƫle angst dat de implementatie van deze wijziging zal leiden tot de verkoop van overheidsgrond aan een selecte groep mensen die dicht bij de machthebbers staan, wat de sociale en economische kloof in het land alleen maar verder vergroot.

De afwezigheid van belangrijke tegenstanders tijdens de stemming over dit besluit maakt de situatie nog zorgwekkender.

Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de vakbeweging en politieke partijen zoals Bep en Pertjajah Luhur waren afwezig, wat kan wijzen op een gebrek aan representatie in het proces.

Als deze stemmen aanwezig waren geweest, zou de uitkomst wellicht anders zijn geweest. Het lijkt erop dat de politieke machtsverhoudingen in de Staatsraad hebben bijgedragen aan een beslissing die de belangen van de bredere bevolking mogelijk niet voldoende in acht heeft genomen.

De regering rechtvaardigt de wijziging door te stellen dat er al een staatsbesluit over grondconversie in werking is, en dat het nieuwe besluit weinig zal veranderen aan de bestaande situatie.

Deze bewering roept echter vragen op. Is dit besluit werkelijk in het belang van het land, of wordt het gebruikt als een instrument om politieke loyalisten te bevoordelen?

De focus ligt niet op het zorgen voor de bevolking, maar op het versterken van de macht van degenen die al in een bevoorrechte positie verkeren.

In een land dat al te maken heeft met politieke verdeeldheid en een gebrek aan transparantie, is het moeilijk te geloven dat deze beslissing niet zal worden misbruikt door de politieke elite om persoonlijke en partijgebonden belangen te bevorderen.

Als de politiek zich verder laat leiden door nepotisme en clientelisme, wordt het voor de gewone burger steeds moeilijker om toegang te krijgen tot land en de middelen die nodig zijn om een stabiel leven op te bouwen.

In een democratisch systeem zou het proces van grondverdeling transparant en eerlijk moeten zijn, maar dit besluit lijkt het tegenovergestelde te bewerkstelligen: de concentratie van landbezit in de handen van een selecte groep, met verregaande gevolgen voor de toekomst van Suriname.

Het is belangrijk dat er een breed maatschappelijk debat komt over deze beslissing, zodat de belangen van de hele bevolking gewaarborgd blijven en de grond niet wordt verkocht aan degenen die de politiek controleren, maar ten koste van de toekomst van Suriname en haar mensen.

N. Mohari