De Decembermoorden – een onbevredigende uitkomst

bouterse

OPINIE- Nog altijd volg ik de politieke ontwikkelingen in Suriname en probeer mijn historische kennis van het land op peil te houden. Als we het hebben over de Decembermoorden van 8 december 1982, beschouw ik dat vanuit historisch perspectief altijd in het licht van de periode 1980 – 1982, beginnend met de Februaricoup in 1980.

Op grond van een groot aantal bronnen, ben ik nog altijd van mening dat de Februaricoup in hoge mate uit de koker kwam van kolonel Hans Valk, destijds hoofd van de Nederlandse militaire missie.

Als hij het al niet bedacht heeft, dan was het zonder hem onmogelijk geweest. Zoals Bouterse zelf beaamde op de afscheidsreceptie van Valk, juni 1980, met zijn historische woorden: ‘kolonel, nu ga ik iets onthullen, dat alleen u en ik weten…’.

jan gajentaan

Jan Gajentaan, ex adviseur ABOP en GFC Nieuws columnist

Als gevolg van de Februaricoup en het door Nederland afgedwongen afscheid van Valk, werd de jonge republiek Suriname een speelbal van buitenlandse machten.

Met name Cuba die dankzij Harvey Naarendorp een grote diplomatieke vertegenwoordiging hadden in Paramaribo en de VS met de CIA, die een kort lijntje hadden met Roy Horb. Ook Grenada met Maurice Bishop speelde een actieve rol ter linkerzijde, net zoals de Surinaamse partij PALU.

Uit het boeiende boek ‘De Revolutie uitgegleden’ van André Haakmat rijst het beeld op dat Desi Bouterse direct na het vertrek van Valk zijn toevlucht nam tot geweld en intimidatie.

Ook, dat Bouterse nog lang politiek stuurloos was, twijfelde tussen de CIA en Cuba. Pas ongeveer een half jaar tot een jaar na het vertrek van Valk ‘bekeerde’ Bouterse zich tot de radicaal linkse richting, Cuba en Grenada. Sindsdien is dat zijn richting geweest, waarbij Venezuela (naar uiterst links gebogen onder Chaves en Maduro) later de plaats van Grenada innam.

De rest van de geschiedenis is bekend. De Surinaamse revolutie stagneerde in de loop van 1981, de economie raakte in het slop, het maatschappelijke verzet nam toe en er waren diverse tegencoups.

In dit klimaat van toenemende spanningen kwam de groep van 16 coupplegers en hun geestverwanten, meer in het bijzonder een top die  later de ‘bloedraad’ is genoemd, bijeen.

Deze ‘bloedraad’ bestond uit Errol Alibux, Paul Bhagwandas, Desi Bouterse en Roy Horb. Ongetwijfeld werd deze groep sterk beinvloed door de diplomatieke vertegenwoordigers van Cuba en ook door Maurice Bishop van Grenada.

Op enig moment is in dit gremium het verschrikkelijke besluit gevallen om 16 (uiteindelijk werden het er 15) tegenstanders te vermoorden. Hoe zij precies tot dit besluit zijn gekomen en hoe de specifieke namen op de lijst zijn gekomen, welke invloed de Cubanen en de CIA daarbij precies uitgeoefend hebben, zal wellicht altijd een raadsel blijven. Degenen die het weten, doen er het zwijgen toe.

De vraag is, voor zover ik weet, ook niet heel uitgebreid aan de orde geweest tijdens het proces. Daar is puur gekeken naar de bekende feiten en de strafrechtelijke verantwoordelijkheden, resulterend in een straf van 20 jaar voor hoofddader  Bouterse en 15 jaar voor de mededaders.

Wellicht dat de nabestaanden van de slachtoffers hier een gevoel van genoegdoening ervaren en dat recht hebben zij zeker. Maar persoonlijk vind ik deze uitkomst teleurstellend.

Nederland, dat vermoedelijk middels de militaire missie in Paramaribo onder leiding van kolonel Valk de Februaricoup in 1980  technisch faciliteerde, speelt nog steeds stommetje over het gebeuren en heeft de betreffende dossiers ver weggestopt.

Cuba en Grenada, die waarschijnlijk de ‘bloedraad’ opgehitst hebben, horen we ook nergens meer over. Hetzelfde geldt voor de CIA, waarvan ik wel eens gelezen heb dat die namen gesuggereerd hebben aan Roy Horb om op de dodenlijst te plaatsen, in de ijdele hoop dat daardoor het hele gebeuren afgeblazen zou worden.

De stand op dit moment: hoofddader Bouterse is met de noorderzon vertrokken. Drie zieke, oude mannen die simpele uitvoerders waren en geen van allen in de beslissende ‘bloedraad’ zaten, zitten opgesloten in de gevangenis. 

Cuba, Grenada, de CIA en Nederland houden stijf hun mond.

Mij lijkt deze uitkomst hoogst onbevredigend. Maar Suriname zal hier zelf een oplossing voor moeten vinden, zodat het land eindelijk in harmonie verder kan bouwen aan een mooie toekomst’.

Jan Gajentaan

Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud