Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning heeft duidelijk gemaakt dat de berekening van de brandstofprijs geen onderwerp is voor discussie op sociale media platforms of in het publieke domein.
Volgens de bewindsman is deze taak voorbehouden aan experts op het ministerie van Financiën, de douane en betrokken bedrijven die nauwgezet en met kennis van zaken rekenen. Deze uitspraak roept echter cruciale vragen op over transparantie en publieke verantwoording.
Het is begrijpelijk dat technische en complexe berekeningen niet altijd eenvoudig te vertalen zijn naar het brede publiek.
Maar wanneer de minister stelt dat de discussie niet op straat of in de media thuishoort, lijkt hij de zorgen van burgers en parlementariërs af te doen als onnodig en potentieel opruiend.
Dit werpt een schaduw op de geloofwaardigheid van het ministerie, vooral wanneer de bevolking zich steeds meer afvraagt waar de miljarden SRD aan brandstofbelasting daadwerkelijk naartoe gaan.
De government take op brandstof, die per jaar een substantieel deel van de staatsbegroting uitmaakt, wordt volgens Raghoebarsing transparant ingezet voor de samenleving.
Toch hebben eerdere verhogingen, zoals de opschaling van het aandeel voor de Wegenautoriteit van 6 cent naar 50 cent, de indruk gewekt dat deze maatregelen zonder breed maatschappelijk draagvlak zijn doorgevoerd. Dit leidt tot de vraag: hoe transparant is de overheid werkelijk in haar beslissingen en prioriteiten?
De minister waarschuwde verder dat oproepen tot meer transparantie zouden kunnen leiden tot maatschappelijke onrust.
Dit argument klinkt als een poging om kritiek te smoren in plaats van constructief in gesprek te gaan met het publiek.
Het wantrouwen wordt versterkt door het feit dat de overheid de brandstofsubsidies heeft afgeschaft om een dreigende crisis te vermijden, maar er niettemin geen afname in het brandstofverbruik heeft plaatsgevonden. Waar gaat het geld dan naartoe?
Hoewel de stabilisatie van de wisselkoers na de afschaffing van de subsidies een positief punt is, rechtvaardigt dit niet automatisch het gebrek aan transparantie in de beleidsvoering.
De bevolking verdient een duidelijk antwoord op de vraag waarom de brandstofprijs constant stijgt en hoe de inkomsten hieruit precies worden verdeeld. Pas wanneer het beleid daadwerkelijk transparant is, kan de regering het vertrouwen van de burgers winnen en behouden.
De retoriek van de minister, waarin hij Facebook en andere openbare discussies als ongepast afdoet, is een gemiste kans voor open dialoog en verantwoording.
Het is tijd dat de regering niet alleen belooft dat alles in goede handen is, maar dit ook bewijst door duidelijke en openbaar toegankelijke rapportages over de brandstofinkomsten en uitgaven te presenteren.
Alleen dan kan het wantrouwen van de samenleving worden weggenomen en kunnen beleidsmaatregelen op brede steun rekenen.
H. Smeltz
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud