Wat is een wet? Hoe komt een wet tot stand? Hoe krijgt een wet rechtsgevolgen? Hoe wordt de naleving van een wet gegarandeerd?
Deze zijn allemaal vragen die te maken hebben met de wijze waarop politici en bestuurders binnen onze democratische rechtsorde moeten handelen.
Wanneer u inzicht hebt in de wijze waarop het openbaar bestuur moet functioneren, op grond van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden verkregen binnen het democratische rechtssysteem op basis van het legaliteitsbeginsel, dan kunt u steeds zelf vaststellen, wanneer de regering, de overheid, de staat misbruik maken van hun bevoegdheden.
Wanneer over een wet gesproken wordt dan zijn er twee begrippen van belang:
1. wet in formele zin of,
2. wet in materiële zin.
Simpel gezegd “een wet is algemeen burgers bindende regels”. Met deze inleiding voer ik u terug naar de beschouwing van de pas goedgekeurde initiatiefwetsvoorstellen houdende vaststelling van de geldelijke voorzieningen van:
a. De president en vicepresident van de Republiek Suriname,
b. De ministers en onderministers,
c. De leden en gewezen leden van De Nationale Assemblee,
d. De leden van de rechterlijke macht.
Wat is het politieke spel dat bestuurlijk wordt gespeeld door zogenaamd twee initiatiefnemers? De eerste drie ontwerpen betreffen de politieke ambtsdragers en vervolgens de rechterlijke macht dus de totale Trias Politica, er van uitgaande dat het noodzakelijk is om na bijkans 49 jaar de organieke wet tot stand te brengen ingevolge artikel 141 lid 3 van de grondwet van de Republiek Suriname. Voor de goede orde dient erop te worden gewezen dat deze geldelijke voorzieningen vanaf de inwerkingtreding wel bij Staatsbesluit werden uitgevoerd, zijnde een wet in materiële zin.
De aanleiding is dus terecht om eindelijk met een vereiste wetsontwerp binnen het rechtsstatelijk denken te komen, dus een wet in formele zin. Maar hebben de initiatiefnemers zich gehouden aan de grondwetsbepaling met name artikel 141 lid 1 waarbij uitsluitend de leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast of de procureur-generaal bij het Hof van Justitie in aanmerking komen voor de uitvoering van deze wetsbepaling, als zijnde de zittende magistratuur?
Bij de uitoefening van de wetgevende bevoegdheden nemen de wetgever, de regering en de overige overheidsorganen de bepalingen van de grondwet in acht ( artikel 69 van de grondwet ). Als de kwaliteit van de wetgeving te wensen overlaat, kan de rechter in problemen komen of voelt hij zich geroepen het tekort aan te vullen in een rechtsstatelijke omgeving.
Te kwader Trouw!
Hoe komen de initiatiefnemers aan deze ontwerpen? Tijdens de vergadering in De Nationale Assemblee is gebleken dat de initiatiefnemers de taak op zich hebben genomen hun handtekening te plaatsen onder een wetsvoorstel afkomstig van de rechterlijke macht, als belanghebbende. De vraag kan worden gesteld hoe deze handeling in het recht moet worden gekwalificeerd. Is het dwang, dwaling of bedrog?
Bovendien zijn er meerdere tegenstrijdigheden met de grondwet e.a. in het wetsontwerp waardoor bij goedkeuring de professionaliteit van de rechterlijke macht kan worden aangetast.
De procedure hoe een wet in formele zin tot stand komt is geregeld in de grondwet, uiteraard na voorbereiding door ter zake deskundigen, goedkeuring van het ontwerp door de R.V.M., verzoek om advies van de Staatsraad (advies al dan niet verwerken), door de president verzenden naar De Nationale Assemblee bij schriftelijke boodschap. Een totstandkoming anderszins is staatsrechtelijk geen wet in formele zin.
Met betrekking tot de overige ontwerpen is het een kwestie van hebzucht van sommige van onze politici als niet begrepen wordt dat de politiek bestuurlijke orde gaat om toedeling van waarden en over keuzes maken.
Omdat deze wetten betrekking hebben op het totale overheidsbestuur zal vroeg of laat de doorwerking moeten plaatsvinden aangezien het openbaar bestuur niet alleen uit de politieke ambtsdragers bestaat, maar ook het ambtelijke apparaat. De oriëntatie en inspanningen binnen deze constellatie is om in plaats van te geven aan de gemeenschap zoveel mogelijk te nemen zelfs tot aan het schaamteloos roven toe.
Wij zouden nog veel meer over de vorm en de samenhang kunnen schrijven maar het is gebleken niet te werken bij deze gasten. Het is erger dan water naar zee dragen.
Eugène van der San
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud